“Costa Rica … mooi voor de natuur, niet voor cultuur” lees je vaak. En ja, de natuur is beslist de grootste troef. Toch kent het land nog een inheemse cultuur waaronder de Boruca die hun identiteit trachten te behouden.
Ik verdiepte me voor ons bezoek aan de Boruca in wat meer achtergrondinformatie van de universiteit en lokale organisaties. Al snel werd duidelijk dat de Boruca de enige inheemse stam zijn wiens identiteit grotendeels behouden bleef na de Spaanse bezetting.
De inheemse stammen van Costa Rica
De inheemse bevolking van Costa Rica zijn de Gutatuao/Maleku, de Chorotega, de Huetare/Quitirrisi, de Cabécar, de Bribri, de Terraba of Teribe, de Guaymie/Ngöbe en de Boruca.
Meer dan 63.000 inheemse bewoners (1,7% van de bevolking) leven in 24 reservaten. Aan het vredige bestaan van de inheemse bevolking kwam een einde door toedoen van de Spaanse expedities tussen 1490-1520. Het werd vechten of vluchten naar afgelegen gebieden. Niet alle stammen overleefden de verovering.
De Chorotegans
De Chorotegans waren de grootste en technologisch meest geavanceerde stam. Ze vochten gekleed in gewatteerde katoenen harnassen als een georganiseerde militaire groep met pijl en boog. Door de geografische ligging van het Nicoya schiereiland konden ze helaas snel in de val gelokt en veroverd worden. Wie de eigen taal bleef spreken werd uitgemoord of als slaaf naar Panama en Peru afgevoerd. Wie in leven werd gelaten, viel ten prooi aan onbekende ziekten die de Spanjaarden met zich mee brachten.
Een kleine groep overleefde en bleef op de achtergrond aanwezig. In de buurt van Guaitil (Santa Cruz) vervaardigen nakomelingen traditionele huizen uit de kleigrond waar ze tevens aardewerk en kookgerief van maken.
De Maleku
De kleinste stam wiens voortbestaan het meest onder druk staat, zijn de Maleku die op amper 3 km² grondgebied leven ten noorden van de vulkaan Arenal. Voor de komst van de Spaanse bezetter overleefden ze door jacht en landbouw op een oppervlakte van 3750 km². Dat werd na de kolonisatie herleid naar 600 km² en na het intekenen van de 24 reservaten nogmaals verkleind tot amper 17 km² waar nu op amper 3 km² nog slechts 60% allochtone inwoners leven. Hun traditionele manier van overleven is niet meer mogelijk. Inkomsten komen nu uit handgemaakte souvenirs en het geven van rondleidingen over natuurlijke medicijnen in het wild.
De Huetar
De Huetar indianen leven in hun reservaten ten westen van San José bij Puriscal in een relatief onvruchtbaar gebied. Het telen van maïs blijft voor hen belangrijk net als het gebruik van medicinale planten. Langs de weg verkopen ze keramiek, manden, gevlochten hoeden en vloertapijten gekleurd met natuurlijke kleurstoffen. Toch ging hun cultuur en ook hun moedertaal grotendeels verloren.
De Bribri
De Bribri leven in de bergen boven het Caraïbische kustgebied van Puerto Viejo. Ze verbouwen cacao, bananen en bakbananen voor eigen gebruik en de verkoop. De Bribri leven vrij geïsoleerd waardoor ze hun inheemse cultuur en taal hebben kunnen behouden. Cacao heeft een speciale betekenis in de Bribri cultuur. Sibú (God) veranderde een vrouw in een boom. De takken mogen nooit als brandhout gebruikt en alleen vrouwen mogen de heilige drank bereiden en serveren. Het zijn ook de Bribri vrouwen die aan de basis staan van de lokale economie en het ruraal toerisme.
De Boruca
Dit is de enige inheemse stam die hun identiteit vrijwel intact wist te houden. Met duivelsmaskers hielden ze de Spanjaarden op afstand en konden op hun afgelegen plek hun cultuur bewaren.
De Boruca wonen hogerop in de bergen in het binnenland van de South Pacific in Boruca en in Rey Curré (in canton Buenos Aires) maar ook verspreid in gemeenschappen buiten de reservaten zoals in Puerto Cortés en Palmar Norte. De naar schatting 2000 leden leven in een inheems reservaat waar ongeveer 140 km² land wordt beschermd voor eigen gebruik. Volgens de Costa Ricaanse wet hebben stammen zoals Boruca, het recht op zelfbestuur.
De Boruca (ook wel Brunka of Brunca genoemd) staan bekend om de levendige taferelen die ze in kleurrijk beschilderde maskers tot leven laten komen. Achter die maskers schuilt een gemeenschap die vecht voor haar bestaan, haar traditionele gebruiken en haar tradities. En dat is niet evident met moderne technologieën die ook hun jeugd in de ban slaan.
In de zomer van 2021 krijgen we een inkijkje in hun gemeenschap. En de jeugd? Die verbaasde ons zodanig dat ik er werkelijk kippenvel van kreeg.
Naar Boruca
Het stond al jaren op de planning om Boruca te bezoeken, maar telkens bezochten we weer wat anders. Keer op keer vullen we elk vrij gaatje in het schema met een bezoek aan een ander plekje in Canton Osa waar we ons eigen plekje hadden. In 2015 verloor ik mijn hart aan de ruige natuur van de South Pacific. Tegelijk blijf ik versteld staan van de wilskracht van de lokale bevolking die vecht voor natuurbehoud in zeer moeilijke tijden.
Vooral de Osa Peninsula (Drake Bay, Dos Brazos, ..) en de Golfo Dulce (Piedras Blancas, de groene corridor,..) werken als een enorme magneet op mij. Landinwaarts de regio verkennen schoot er tot nu toe dus wat aan in. Tot nu.
Boruca ligt in vogelvlucht niet zo heel ver van Ojochal. In juli 2021 stond een herbebossingsproject op onze grond op de planning. In plaats van andere regio’s in het land verder te verkennen, verbleven we vooral in eigen streek. Het was dus hoog tijd voor een bezoekje aan de Boruca. Dankzij Claudia die we tijdens ons eerste bezoek aan Sierpe leerden kennen, krijgen we de kans om aan te sluiten bij haar maandelijks bezoek aan de Boruca.
Het dorpje ligt op een heuvelkam in uitlopers van het Talamanca gebergte. Vanuit het noorden of het zuiden rij je via de Ruta 2 of Pan-American Highway naar Boruca. Buenos Aires heeft een dagelijkse busdienst naar Boruca.
Vanuit het zuiden draai je op het einde van de Costa Ballena in Palmar Norte landinwaarts en volg je de oevers van de Rio Terraba die zich omhoog slingert.
Volg even mee op Waze of maps.me en let op de pijl linksaf naar Boruca. Een grindweg van 8km brengt je tot in het dorp.
.
Tank dus vooraf en neem voldoende cash geld mee. Je gaat immers naar een plek waar je de meest authentieke souvenirs van Costa Rica kan kopen.
Door de groenste bergen naar Boruca
Stop onderweg zeker even langs de kant om het immense uitzicht op de groene bergen, de rivieren en de oceaan in de verte in je op te nemen.
Je rijdt het kleine centrum van het dorp binnen waar amper tot geen verkeer is. Slechts een handvol Boruca hebben een auto. Verplaatsingen gebeuren met het paard of met kleine brommertjes. Niet alle zijwegjes zijn in goede staat. Een 4×4 is hier zeker aangeraden, zeker in het regenseizoen.
Voor we aan het bezoek beginnen, zetten we een stapje terug in de geschiedenis.
Boruca in pre-Columbiaanse tijden
De Diquis-delta ligt ten zuiden van de Costa Ballena. Het is één van de belangrijkste delta’s van Midden-Amerika zowel biologisch als cultureel. Diquis betekent groot water. De vallei van Diquis wordt in het noorden begrensd door de Grand Rio Terraba (de grootste rivier in Costa Rica), in het oosten door het Talamanca gebergte, in het zuiden door het Osa Schiereiland en in het westen door de baai van Coronado aan de Stille Oceaan. In het hart van de delta stroomt de Rio Sierpe.
Archeologen hebben bewijs gevonden dat dit gebied al in 1500 voor Christus bevolkt was. Van 1500-300 v. Chr. vormden stammen zich volgens relaties van verwantschap. Tussen 300BC-800AD organiseerden de stammen zich meer met aan het hoofd religieuze leiders. Hun manier om te overleven was het oprichten van een samenleving onder een opperhoofd of cacique waaronder politieke, sociale en religieuze netwerken ontstonden.
De omvang en de complexiteit van de dorpen nam toe. Keramische, gouden en stenen voorwerpen werden vervaardigd als uitingen van macht en status van de heersende groepen. De beeldhouwkunst bereikte haar hoogtepunt met de stenen bollen die in belangrijke zones van het dorp werden geplaatst om de macht van religieuze en politieke leiders te versterken.
Bezoek het Finca 6 archeologisch museum in Palmar Sur (onderweg naar Sierpe) voor meer informatie over deze bolas. Er liggen talrijke exemplaren verspreid op het terrein.
Goud aan de Rijke Kust
De uitwisseling van producten tussen de kust naar de hooglanden gebeurde eeuwenlang via de Rio Terraba en haar zijrivieren die meer dan 900 hectare beslaan. Zowel de inheemse Boruca (in Rey Curré) als de Terraba werden gedreven kanobouwers die de grote rivier doorkruisten met gewassen en dieren.
De regio Diquis werd een belangrijk goudmijncentrum, iets wat aanvallen van andere inheemse groepen op gang bracht. Columbus rapporteerde aan Spanje dat hij een land had gevonden dat rijk was aan goud. Dat bracht meer expedities op gang naar ‘de rijke kust’ (Costa Rica). Om kolonisten aan te moedigen het land te bewerken, kregen ze van Spanje rechten om inheemse inwoners gratis in te zetten op een landgoed.
In 1561 werd de eerste nederzetting in de Centrale Vallei gesticht door ontdekkingsreiziger Juan Vasquez de Coronado. Zo werd Cartago de eerste hoofdstad van Costa Rica. Als eerste gouverneur van het land sloot hij vrede met een lokaal Indiaans opperhoofd die andere opperhoofden overhaalde om met de Spanjaarden samen te werken
Ondanks deze overeenkomst zochten veel van de overgebleven stammen uit de valleien en kustgebieden hun toevlucht in het bijna ontoegankelijke Talamanca gebergte. In 1601 opende de zoon van Juan Vazquez de Camino Real of Camino de Mulas (de Muilezelweg). Dit werd een doorgangsroute van de Central Valley tot Panama voor edele metalen van Zuid-Amerika tot Spanje. Al die materialen moesten met muilezels vervoerd worden.
Negritos en Mestizos
Rond 1580 -1600 werden Afrikaanse slaven geïmporteerd naar Costa Rica om als muilezeldrijver te werken. De inheemse Indianen waren hier te opstandig voor en trokken steeds meer naar het ruige Talamanca gebergte. De reis van deze muilezeldrijvers ging door de inheemse dorpen Quepo, Boruca en Terraba waar ze stopten voor voeding en overnachting. Er ontstond een kruising tussen de zwarten en de inheemse bevolking wat de kinderen de naam ‘Mestizo’ opleverde: een persoon met een dubbele culturele erfenis en afkomst.
Traditioneel vieren de Boruca in Rey Curré aan de oevers van de Terraba-rivier de “Baile de Los Negritos” of ‘La Mura’ genoemd. Met hun met houtskool bewerkte gezichten onder palmbladenhoeden dansen de Boruca getooid in veren en dierenhuiden. Deze dans start op 6 december om middernacht en duurt tot het ochtendgloren op het ritme van de trommel, fluit en accordeon. De deelnemers dansen een strakke choreografische routine.
Bij zonsopgang op 7 en 8 december dansen ze vergezeld van een houten zwarte muilezel bij elk huis. In de traditionele taal van de Mestizo vragen ze om drank voor de ezel: “Chiñola, Chiñola, la mura tiene ched, chí, tiene ched”. Vervolgens ontvangen de dansers een chicha (gefermenteerde alcohol) en tamales.
Op 8 december vieren de Boruca de feestdag van hun patroonheilige, de Maagd van de Onbevlekte Ontvangenis met gekostumeerde dansen, de muilezel en traditionele muziek. Deze dans en viering gaat minder opgemerkt voorbij dan de Dans des Duivels op het einde van het jaar.
Overleving van de Boruca
In tegenstelling tot andere inheemse stammen bleef het dorp en de identiteit na de komst van de Spanjaarden behouden. De room-katholieke kerk en de Spaanse taal deden wel hun intrede. Toch ging de Boruca cultuur niet verloren. Ze leven nog steeds volgens de waarden die door ouderen in legendes eeuwenlang worden doorgegeven.
De Boruca hebben een diepe band en groot respect voor de natuur die hen omringt. Dat respect uit zich in hun legendes, hun dansen, hun maskers,…
De stam had het erg moeilijk om enkel van landbouw te overleven. Extreme armoede deed hen zoeken naar een andere manier om hun bestaan en cultuur te kunnen behouden. Met de voltooiing van de Inter-American highway van San Jose naar de grens met Panama begon in de late jaren 60 het toerisme binnen te druppelen. In 1970 richtte een groep vrouwen La Flor de Boruca op. Deze groep ging zich focussen op originele ambachten en tradities.
Etnotoerisme werd hun belangrijkste bron van inkomsten. Geïnspireerd door het succes van La Flor de Boruca ontstonden meerdere organisaties met focus op het voortbestaan van de Boruca-tradities. Zo organiseert Marina van ‘Artesanos Naturales de Boruca’ vervoer van alle ambachtelijke kunstwerkjes naar verschillende winkels in en buiten de regio.
Naar schatting 80% van de inkomsten komt uit handgemaakte ambachtelijke producten. Deze worden bij hen thuis verkocht, in de lokale winkels in het dorp en worden ook geleverd in de rest van Costa Rica. Uiteraard is er veel imitatie op de markt. Let dus goed op het label als je iets koopt. Boruca crafts zijn handgemaakt, stuk voor stuk uniek en niet het resultaat van bandwerk.
Weven
De Boruca vrouwen geven van moeder op dochter het traditioneel weven door. Het is voor hen een ritueel onderdeel van de dag. Lokaal geteelde katoen wordt gesponnen en gekleurd met natuurlijke verf. De geweven producten zijn allemaal gemaakt op een traditioneel weefgetouw dat in de taille aan het lichaam van de wever wordt vastgemaakt. De breedte van de afgewerkte stof is daarom beperkt.
Marina vertelt dat het 2 tot 3 maanden kan duren om een sprei te maken van verschillende aparte geweven stukken. De patronen worden nergens schriftelijk vastgelegd maar door de jaren heen aan volgende generaties doorgegeven.
Het weven is een proces waar alle vrouwen bij betrokken zijn. Van het verzamelen van katoen op het land en het met de hand spinnen van de garen tot het verven en het weven. Het weven bindt de Boruca vrouwen letterlijk zowel aan het weefgetouw als figuurlijk aan haar cultuur en aan de andere vrouwen in de gemeenschap.
In het schooltje wordt het katoen verzamelen en met de hand spinnen van het garen onderwezen in de tweede klas. In de derde graad worden het kleur- en verfproces geïntroduceerd. De hogere klassen krijgen weefinstructies. Alle weefsels zijn van 100% katoen en gekleurd met alleen natuurlijke kleurstoffen.
Natuurlijk kleuren
De meeste natuurlijke kleurstoffen worden verkregen uit wortels, bessen, schors, bladeren, hout en andere organische bronnen zoals schimmels en korstmossen. Na het maken van de kleurstof in water met zout of azijn voegt men er het garen aan toe. Vervolgens wordt dit in de zon gezet en enkele dagen gewacht tot de gewenste tint is verkregen.
De gekleurde draden worden nadien met een ambachtelijk weefgetouw verwerkt tot handtassen, wandkleden, placemats, geldbuidels,…
Terwijl Marina enthousiast in het Spaans toelicht welk proces nodig is om bepaalde kleuren te verkrijgen, probeer ik zoveel mogelijk te noteren. Ons groepje kijkt gefascineerd toe. We zien op luttele momenten helder water in de vrolijkste kleuren veranderen.
Kleurstoffen
Marina start met de rode tinten. Een pasta van de zaadjes van de Achiote creëert oranje kleurstof die men ook aan rijst toevoegt. De schors van de Nance boom wordt in water gedrenkt om een donkere roodbruine kleurstof vrij te geven. Teak produceert een rode kleurstof als de bladeren nat zijn en tegen elkaar worden gewreven.
“¿Y para teñir el cabello?” pols ik bij Marina. Ze kijkt even bedenkelijk en schudt dan lachend het hoofd. Deze kleurstoffen gebruiken om het haar te kleuren, hebben ze blijkbaar nog niet getest. Ik zie Tom al ongerust kijken. Er staan behoorlijk wat Nance en ook Teak bomen in onze tuin…
Dat de wortels van de kurkumaplant okergeel kleuren, is vermoedelijk geen verrasing. Door kalk toe te voegen, wordt dat geel nog levendiger. Meng je het vruchtvlees van een mango eronder wordt het meer oranje.
Om blauwgroen te bekomen verbrandt men de bladeren van de Sacatinta of wilde indigo. Na het afkoelen in koud water wrijf je ze tegen elkaar. De Tuyska bladeren zorgen voor een paarse tint.
Alsof dit allemaal nog niet indrukwekkend genoeg is, merkt Marina op dat je van 1 soort plant 5 verschillende tinten per kleur kan verkrijgen. “Wow! “ klinkt het in koor. De meest opmerkelijke kleurstof komt niet van planten of bomen maar van het slijm van slakken en vormt een uniek onderdeel van de Boruca traditie.
Slakkenpaars
Elk jaar in januari trekken de meeste dorpswevers met de bus naar Playa Piñuela en Playa Ventanas tussen Uvita en Ojochal om de afscheiding van de Murex-zeeslakken te verzamelen. Deze gebruiken ze als een van hun natuurlijke kleurstoffen, een proces dat teruggaat tot 200BC.
Zeeslakken van een specifieke familie produceren in de slijmklier een stroperige vloeibare afscheiding. De afscheiding bevat minieme hoeveelheden chromogenen die zich onder invloed van licht en zuurstof ontwikkelen tot een paars pigment dat bekend staat als “Tyrian purple”, “Royal purple” of “Shellfish purple”. De slakken kunnen periodiek worden ‘gemolken’ zonder het dier te schaden om een paar druppels slijm te verkrijgen om het “Tyrische paars” te bekomen.
Alles gebeurt ter plaatse op een zeer gecontroleerde manier zodat de slak voldoende kan herstellen. Het gebruik van deze methode maakt de Boruca uniek want zij zijn de enigen ter wereld die murex gebruiken en de zeeslakken niet doden.
Terwijl de Boruca vrouwen zich toeleggen op het weven en kleuren van de materialen, zijn de mannen in het dorp actief met de maskers.
Onder rieten daken hakken en klieven de mannen hun nieuwe creaties. Om de paar huizen hoor je wel gehak en geklop op ritmische tonen.
Boruca maskers
De geschiedenis van de maskers begon 500 jaar geleden tijdens de Spaanse verovering.
De 3 verschillende stijlen vertellen elk een specifiek verhaal over de Boruca cultuur.
- Het ‘diablito’- of ‘duivels’-masker is het meest traditionele. Deze duivelsmaskers hadden als doel de ongewenste indringers terug naar Spanje af te schrikken.
- De ‘ecologica’ met dieren en planten uit het regenwoud zijn ontstaan door een generatie kunstenaars die zich zorgen maakte over de dreiging van hun cultuur door de vernietiging van hun natuurlijke omgeving.
- De ‘combinados’ zijn de metamorfose van zowel de ‘diablitos’ als de ‘ecologica’, aangezien ze de vermenging van de traditionele en hedendaagse stijlen vertegenwoordigen.
De maskers zijn vervaardigd uit balsahout of cederhout. De afgeronde voorkant van het masker wordt met de hand geschuurd tot een glad oppervlak. Daarop schetst men het ontwerp. De kunstenaars verwijderen de achtergrond om een driedimensionaal effect te bekomen. Aangezien cederhout hard is, zijn deze maskers het minst gedetailleerd. In de maskers van balsahout daarentegen kan je heel fijne nuances en details vinden.
De Boruca zijn terecht trots op hun maskers. De vaardigheid wordt van generatie op generatie doorgegeven en is ook onderdeel van het onderwijs van de Boruca.
Behalve maskers maken de Boruca ook trommels uit uitgeholde ceder- en balsastammen. Alles wat je hier in de lokale winkeltjes koopt is authentiek, dus niet ‘made in China’ zoals zovele andere souvenirs. Je steunt er rechtstreeks de Boruca mee om hun cultuur in stand te houden.
Die cultuur uiten ze ook in dansvoorstellingen waaronder het jaarlijkse festival Baile de los Diablos.
Dans van de duivels
Het festival, ook wel Baile of Juego de los Diablitos genoemd, is voor de Boruca bevolking een belangrijke viering. Tijdens het festival van de duivels (van 30 december tot 2 januari) herdenkt het dorp het verjagen van de Spanjaarden (uitgebeeld als stieren) door de Boruca met hun traditionele duivelsmaskers. De strijd op leven en dood tussen de Spaanse indringer en de Boruca symboliseert de constante inspanning van de inheemse gemeenschappen om hun tradities, gebruiken, overtuigingen en talen te behouden.
Het festival bestaat uit 10 delen: de geboorte van de kleine duivels, de verschijning van de stier, de strijd (die 3 dagen duurt), de Tumbazón (de kleine duivels zijn verslagen), de vlucht van de stier, de terugkeer naar Het leven van de duivels, het zoeken van de stier, het vinden, het verbranden of de dood van de stier en de verdeling van het vlees.
Boruca legenden
Het doorgeven van de legenden is heel belangrijk voor de Boruca. Elk verhaal eert de verbinding van de mensheid met de natuur. Lokale plaatsen waar de legendes zijn ontstaan, worden als heilig beschouwd.
Volgens de legendes zijn de berg en de waterval de thuisbasis van Cuasrán, een belangrijke Boruca-figuur die zich in de weelderige vegetatie verborg toen de Spanjaarden naar het dorp kwamen en de Boruca begonnen te dopen. Tot op de dag van vandaag geloven veel Boruca dat zijn geest voor altijd over het dorp waakt.
De natuur en respect voor de natuur is belangrijk voor de Boruca. Zo zetten ze ook actief in op het herbebossen van het grondgebied. In 2018 plantte het dorp 500 bomen, het jaar erop 5.000 bomen. In 2020 stonden 20.000 bomen op de planning.
Dansvoorstelling Cas Chi
De jongeren van de groep Cas Chi brengen in de rivier een beklijvende voorstelling die de verbondenheid met de natuur uitbeeldt. Ons groepje kijkt in stilte toe. Terwijl dramatische klanken door de jungle weergalmen, speelt zich voor onze ogen een mythisch tafereel af.
De jongeren brengen het met veel overtuiging en ziel. “Goose bumps” is iets waar we het allemaal eens over waren. Deze voorstelling geeft je echt kippenvel, zo intens wordt het gebracht.
Zelfbedruipend agrarisch dorp
Boruca is een duurzame landbouwgemeenschap. Koffievelden en akkers liggen verspreid in de heuvels waar families rijst, bonen, koffie, cacao, fruit, maïs en tomaten telen. Daarnaast voorzien ze in eigen rundvlees, kip en varkensvlees. De meeste inwoners verbouwen alleen genoeg voedsel om hun gezin te voeden. Teakplantages zorgen dan weer voor hout voor de huisjes.
Na de demonstraties staat bij Lourdes een typische lunch op het programma. Zij bereidt een schotel met rijst, bonen, maïstortilla’s en bakbananen. Alle ingrediënten komen van het land en dat proef je!
Ook in Boruca geniet ik van een heerlijke vegan maaltijd. Mijn bananenblad is gevuld met groentjes en aardappelen. Als side dishes worden bakbananen en maïstortillas doorgegeven.
Dagelijkse leven in Boruca
Het dorp ligt afgelegen. De woningen worden nog zoveel mogelijk met natuurlijke materialen gebouwd. Ook dagdagelijks gereedschap is sober en gemaakt van wat in de omgeving voorhanden is.
Hoewel Boruca een klein medisch centrum heeft, zijn een paar dorpelingen nog steeds getraind in de traditionele medicinale praktijken van de Boruca. Sommige van de volledig natuurlijke en plantaardige remedies zijn afkomstig uit de omliggende heuvels en beekjes.
De Boruca taal wordt nog slechts door een handvol ouderen gesproken. Men doet moeite om de taal niet volledig verloren te laten gaan. De dagelijkse mis gaat daarom door in zowel de Boruca taal als het Spaans. Kinderen leren op school naast de traditionele ambachten ook de taal.
Enkele woordjes Boruca. Geen idee hoe je het uitspreekt 😉
- hoe gaat het met je / i shój creraban̈
- ja / úgueⱽ
- neen / úgueⱽ
- goedemorgen / iⱽan̈cá
- boom / cran̈
Boruca bezoeken
Kan je het dorp op eigen houtje bezoeken? Ja dat kan. Al zijn bezoekers vaak wat teleurgesteld omdat het dorpje eruit ziet als de meeste Tico dorpjes en je geen individuele demonstraties krijgt zoals het weven en kleuren van de materialen en de dansvoorstelling. Je kan er wel in de vele lokale winkeltjes de typische maskers kopen en je ziet ook her en der Boruca aan het werk om deze materialen te maken.
Een uitgelezen kans is het festival van de duivels. Honderden bezoekers reizen tussen 30 december en 2 januari af naar het beroemde feest dat de strijd tussen de Spanjaarden en de inheemse stammen uitbeeldt.
Als bezoeker kan je verblijven in rustieke hutten of bij een gastgezin. Voor vragen over het dorp en haar accommodaties kan je terecht via [email protected]. Een nacht met 3 maaltijden komt op circa 40 USD per persoon. Informeer bij Marina (Spaans) via 0506 8780-8648 of bij Susie (Engels) 0506 2200-5428.
Dieren in Boruca
Honden zijn een belangrijk onderdeel van het leven van Boruca die veel respect voor de natuur en voor alle dieren hebben. Behandelingen kosten echter veel geld. Geld dat er niet altijd is. Dankzij het AABLA netwerk dat we in Costa Rica coördineren, beloven we na ons bezoek te helpen met ontworming en een spay & neuter clinic.
Boruca gifts
Wie niet in het dorp zelf geraakt maar toch graag deze authentieke producten wil zien en/of kopen kan terecht in Boruca Gallery Gift Shop, gelegen in Pacific Edge Cabins in Dominical.
Verder vanuit Boruca
- Rij via Palmar Norte noordwaarts naar Ojochal, Uvita en Dominical
- Reis naar Drake Bay met het Drake Bay Hiking Trail en Corcovado Nationaal Park
- vaar naar het eiland Isla Violin in de Terraba Wetlands of rij naar het rustige Sabalo
- Rij een avontuurlijke route met de auto via Sierpe naar Drake Bay.
- Bezoek het Piedras Blancas Nationaal Park aan de Golfo Dulce, Golfito of het uiterste Zuiden
- Rij langs de groene corridor langs de oevers van de Golfo Dulce tot Puerto Jimenez
Laatste versie: 2 decemberr 2024
Meer informatie
- Reisvoorbereiding rondreis in Costa Rica
- Maand per maand bekeken: wat is voor jou de beste reisperiode?
- Voorbeeldrondreis 2 tot 3 weken “natuur en wildlife”
- Waar naartoe in Costa Rica? Zoek op de interactieve kaart
- Wat neem je mee naar Costa Rica?
- Logeertips: 30 unieke logeeradresjes in Costa Rica.
- Alle nationale parken in Costa Rica
- Alles over autohuur en rijden in Costa Rica.
- Nuttige links voor jouw reisplanning
.
Ook zo gefascineerd door wonderlijke natuur en wildlife? Volg Under The Trees op Instagram.
* Boek of koop je iets (tijdens de browsersessie) na het klikken op een link van Booking.com of Bol.com? Dank je! Dit kost jou helemaal niets extra. Het helpt wel om alle informatie op deze blog te onderhouden en gratis te kunnen blijven aanbieden.