Wie van veldbloemen en natuur houdt, zit goed aan de westkust van Australië. Bezoek behalve het Pinnacles Desert zeker ook de minder bekende parken.
Onze week aan de koraalkust en Shark Bay zit erop. Francois Peron Nationaal Park heeft een diepe indruk op ons gemaakt. De extreme omgeving en felle contrasten in een landschap vol wilde dieren op het land en in de zee maken het natuurgebied tot één van de hoogtepunten van onze rondreis. Maar het zit er nog niet op. We hebben nog een aantal nationale parken aan de westkust van Australië op de planning staan.
Het eerstvolgende: Kalbarri Nationaal Park.
van shark bay naar het zuiden
De rit start in Monkey Mia langs Little Lagoon via scrublandschap en birigida (kleilagen) tot Denham waar we de voorraad voeding en water aanvullen. Aan Highway 1 tanken we bij het Outlander Roadhouse. We zien onderweg veel motards. Goed gek moet je zijn om honderden kilometers langs de wegen van de westkust van Australië te tuffen in deze hitte. En heet zal het ook vandaag worden. De boordthermometer geeft alvast 31°C aan.
In Outlander Roadhouse stappen we binnen in een diepvries. De plaspauze betekent een afkoeling van ruim 15 graden met de buitenlucht. We zijn niet de enige die in het nostalgische roadhouse even een pauze houden. Het gonst van koffieklets in de bruine kroeg.
De hitte slaat je buiten als een mokerslag in het gezicht. Gelukkig weten mijn spieren de warme temperaturen naar waarde te schatten. De schouder begint wel wat te morren. De zware deur van de camper in de schuine bermen van de outback zo vaak dicht trekken, is zware work-out voor een slechte schouder. Ik besluit het in- en uitstappen vandaag wat te beperken en trek vanuit het raampje foto’s.
Tot de volgende plaspauze in de bush zich aanbiedt, dan moet ik er wel weer even uit. En is het terug opletten voor wildlife zoals emoes.
ROSS GRAHAM LOOK-OUT
Van roadhouse tot roadhouse. Zo ziet onze dag aan de westkust van Australië er vandaag uit.
In Billabong Roadhouse koop ik een veggie wrap voor de lunch en een bananennotencake als 4-uurtje. En dat is nodig want dit stuk betekent kilometers vreten. Daar hoort wat lekkers bij, toch?
Vlak voor we aan Kalbarri Nationaal Park komen, verandert de vegetatie. Bush gaat over in graanvelden en die transformeren vervolgens in weiden vol veldbloemen. En dan plots weer in groene heuvels. De afwisseling onderweg doet de tijd wel sneller gaan.
Aan Ross Graham look-out strekken we de benen voor een wandeling tot de rivier in een prachtige canyon. Het wandelpad slingert langs rotsblokken in adembenemende omgeving.
In de rivier koel ik even het hoofd af. Het hoofd koel houden is zo belangrijk als je hier in de hitte aan het wandelen bent. Tot iemand plots “Hé hallo” tegen me zegt. Ik draai me om en zie de Belgische dame waar ik op de camping in Tom Price mee hebt staan babbelen.
Maf: 5 dagen later en 1000 km verder kom je iemand opnieuw tegen. Op Monkey Mia na zagen we amper toeristen op onze road trip. Hoe klein kan Western Australia zijn 🙂
murchison historic homestead
20 km verder slaan we een zandweg in. De 4 km lange oprit brengt ons tot Murchison station. Het domein van 140.000 hectaren ligt 10 km ten oosten van Kalbari Nationaal Park aan de westkust van Australië. Benieuwd of we hier eenzelfde unieke ervaring als op Emu Creek zullen hebben.
Aan het hoofdgebouw staan oude voertuigen. In vervallen kamertjes word je terug in de tijd gekatapulteerd tot de hond des huizes je verwelkomt.
Ook hier schittert een verbazingwekkend groene gazon aan het huis.
Voorbij de golfplaten schuren parkeren we langs de Murchison Rivier op een idyllisch plekje. Niet helemaal vlak maar dat is snel opgelost.
Ook hier zien we tijdens een wandeling op het domein een bonte mix aan veldbloemen.
ALLEMAAL BEESTJES
Nieuwsgierige geiten en alpaca’s met lange tanden staren ons aan.
Een geit komt aan onze kampeertafel kennismaken. Iets later komt haar zusje kijken. Net zoals op Emu Creek is ook hier de omgeving heel sereen en ben je omgeven door zowel boerderijdieren als wilde dieren.
Als ik achter me luid gekauw hoor, schrik ik even op. Een paard staat pal achter me gras te grazen. Uiteraard. We eten hier middenin hun tuin.
Niet alleen boerderijdieren omringen ons deze avond. In mijn ooghoek beweegt tijdens de maaltijd traag maar zeker een oranje vlek. Ik draai voorzichtig mijn hoofd naar links en staar recht in de ogen van een kangoeroe. Hoe mooi is dit….
Het contact met de natuur is hier zo puur. Stil neem ik het contact in me op en glimlach dankbaar om deze bijzondere ontmoeting. Dit zijn wat mij betreft echt de allermooiste momenten van een rondreis in Western Australia, die toevallige ontmoetingen met de lokale fauna.
ONTWAKEN OP EEN BOERDERIJ
De haan kraait. Het is vroeg, heel vroeg. Tot nu toe ben ik er nog niet in geslaagd om de zonsopgang van half 6 mee te maken. Vandaag gaat me dat dankzij de haan lukken. Vogels kwetteren, bijen zoemen en er plonst iets luid in de rivier naast ons. De natuur wordt wakker. Een koppeltje kaketoes vliegt luid krijsend boven mijn hoofd als ik achter de zandduinen de zon zie opgaan voor ik naar de sanitaire blok ga.
Intussen groot fan van station stays. Back to nature betekent ook back to basics. Het koude water ’s ochtends is even slikken. Nu ja, we zijn hier niet voor het comfort maar voor de outback ervaring en daar hebben we niet over te klagen. Het tikt weer alle boxen aan die we wensen. Sfeervol, authentiek, rustig en middenin de natuur omgeven door dieren. En plots komt er warm water door de douchestraal. Wow, én luxe!
Murchison Station ontwaakt. We starten de dag alleszins vroeg met koffie en birdwatching.
Een geelgroene port-lincolnparkiet pronkt in de ochtendzon in een boom naast de campingtafel terwijl kleine vogeltjes af en aan vliegen. Het is een drukte van jewelste aan de rivier maar toch zo zalig relax…
Ontbijten doen we bij luid bijengezoem. Het nest bevindt zich slechts 2 bomen verder. Het blijft bij een rustgevend achtergrondgeluidje. Ook de geitjes schuiven aan de ontbijttafel aan. De hond des huizes fluit hen terug. Een wigstaartarend scheurt over de rivier en landt op een dikke tak. We are being watched… En dan is ie weg achter een prooi aan. NatGeo live.
Genieten.
murchison working Station
Murchison Station werd in 1858 opgericht. Het is een nog steeds operationeel landbouwbedrijf met focus op vee en geiten. In 1972 gaf een Indisch prins zijn luxe levensstijl op om aan de westkust van Australië aan de Murchison rivier deze ranch te runnen. The Outback Prince leefde er tot 1996 met een Turks fotomodel om na tegenslagen uiteindelijk naar Turkije te verhuizen.
Praktisch. Murchison House Station laat slechts enkele voertuigen toe per keer. Het ruige terrein zorgt zelfs voor de meest ervaren 4×4 bestuurder voor een uitdaging. Je moet ook volledig zelfvoorzienend zijn als je in de bush kampeert.
Aan de noordkant van de rivier zijn geen voorzieningen en de mobiele ontvangst is er onbetrouwbaar. Als je de meest afgelegen zones van het grondgebied wilt verkennen, wordt geadviseerd met 2 voertuigen op pad te gaan. Als je vast komt te zitten en schade berokkent aan de rivierbedding of andere fragiele zones, betaal je hoge kosten.
Besef dus goed aan wat je begint. Je kan ook gewoon net zoals ons op slechts 100 m van het hoofdgebouw aan de oever van de rivier kamperen. Je wordt dan wel af en toe begluurd door wollige alpaca’s 🙂
KALBARRI NATIONAAL PARK
Kalbarri nationaal park bevindt zich 485 km ten noorden van Perth aan de westkust van Australië. Wij komen vanuit het noordelijker gelegen Shark Bay en rijden zuidwaarts naar Perth. De nacht voor een bezoek aan het park logeren we in Murchison Station House. Een perfecte combinatie!
We verlaten Murchison Station en rijden iets verderop de gele zandweg op naar de ingang van het Kalbarri Nationaal Park. Ook hier is een 4×4 aangewezen. Er wacht je wel een traktatie van formaat…
Het Nature’s window trail brengt je naar een natuurlijk venster in de rotsen met een waanzinnig uitzicht over de Murchison rivier. Je voelt je hier in de Far West, maar dan wel eentje waar kangoeroes rondhuppelen.
Een roofvogel vliegt pal boven mijn hoofd. That was close! Ik neem in complete verwondering in stilte de omgeving in mij op en blijf de lucht scannen op de vele roofvogels die je hier kan zien.
Wandelen in deze omgeving is zo relax. Een blauwe lucht steekt alweer scherp af tegen fel oranje rotsen die in de gloed van de zon in vuur lijken te staan.
En tussen die rotsen ritselt leven. We zien vele Gilbert’s dragons en blijven in de vele lagen van de rotsen zoeken naar ons meest favoriete beestje van Australië, de thorny devil. Er zijn gewoon teveel spleten waar ze zich in kunnen wegsteken want groot zijn ze niet.
kalbarri safety & wild flowers
De rotsen stralen hitte af. Alsof het hier nog niet heet genoeg is. Neem voldoende water mee want de temperatuur in de canyon kan verraderlijk hoog oplopen.
Kalbarri Nationaal Park is bekend om haar 80 km lange kloof, uitgesleten door de Murchison rivier die aan de kust in spectaculaire kliffen uitmondt. Niet alleen de kloof steelt de show. Het gebied staat bekend om de vele wilde bloemen. Sommige van deze veldbloemen komen enkel in dit deel van de westkust van Australië voor.
Hoe mooi de natuur hier ook is, onderschat het gevaar en de hitte in de canyon niet. Elk jaar komen wandelaars in moeilijkheden. De waarschuwingen staan er niet voor niets.
We verlaten Kalbarri Nationaal Park en nemen nog een extra laagje stof mee.
KALBARRI TOT NORTHAMPTON
In Kalbarri Town slaan we een nieuwe voorraad voedsel in en picknicken aan de baai vooraleer we naar Red Bluff rijden. Aan deze kust zouden de eerste Europeanen als schipbreukeling voet aan wal hebben gezet.
Red Bluff is en hoge klif met uitzicht over Kalbarri nationaal park, de Zuytdop kliffen en de woeste zee. Wat een wind! Zet je schrap als je de vergezichten in je opneemt.
De weg slingert verder langs Hutt Lagoon of Pink Lake. Algen die betacaroteen produceren, kleuren het meer surreëel roze.
Bizar zicht.
Middenin dit landbouwgebied duikt het historische stadje Northampton op.
Historical Northampton is een zakdoek groot. Piepklein, maar wel met een visitor centre. En daar worden we door twee gezellige oude dames verder geholpen. Ze kletsen er vrolijk op los alsof we oude bekenden zijn en geven ons een leuke tip: “dear, do visit Oakabella Homestead, you’ll love it! It’s haunted, but the best scones you will ever eat”. Doen we!
Het homestead blijk the most haunted plek van de westkust van Australië te zijn met de lekkerste scones. En de dames hadden gelijk. Over dat spook weten we niet, maar de scones. OMG, inderdaad de heerlijkste ooit! En ik heb mijn porties scones toen ik in Noord-Ierland en in Birmingham woonde wel verslonden. Deze zijn zaaalig…
Ik bijt gretig in pumpkin & bush tucker scones die op mijn schoot kruimelen terwijl ik geniet van de smaak en het uitzicht op glooiende heuvels.
In de toiletten wordt gewaarschuwd voor slangen. Deze zien we niet, maar op de weg terug kruipt een grote bobtail. Chique beest!
SNEL WEG UIT GERALDTON
Slik. Ik kijk beteuterd naar het straatbeeld als we Geraldton binnenrijden: druk verkeer, veel bebouwing, industrie,…
Waar is de rust en seriniteit van de outback? Ik wil terug. Dat is helaas geen optie. We moeten verder richting Perth. In het visitor center polsen we naar wildlife rescue centers. Even iets positiefs zoeken in deze drukte. Waminda rescue Center is niet happig op bezoekers. Het andere opvangcentrum lijkt ons eerder een dierentuin, niet echt ons ding.
Een rustig plekje om te logeren gaan we hier niet vinden, dat is duidelijk.
Een omwegje dan maar. Een omwegje in Australië betekent al snel 45 km verder. En dat lijkt ook iets langer te duren dan je hoopt. Toch zijn we tevreden met de beslissing om naar Ellendale Pool te rijden in Walkaway bij Greenough. De drang naar de outback bush is te groot na onze doortocht door Geraldton. How creepy was that, terug in een stedelijke omgeving…
We willen gewoon nog even dat relaxte gevoel van de Australische great outdoors behouden.
Kilometers later…
Oh yes, back in the bush!
Een hoge ruwe rots doemt voor ons op die beschermend over een natuurlijk meer waakt. De camper rijdt traag over krakende takjes op de zandweg onder statige gum trees op een verlaten camping.
Dat betekent ook weer meer kans om wildlife te zien. Onderweg zagen we op de weg alvast een zwarte giftige koraalslang (dungite).
ELLANDSDALE POOL
De faciliteiten op de camping van Ellendsale Pool beperken zich tot een toiletblokje maar dat deert niet. We kunnen ons geluk niet op om terug middenin de natuur te zitten, weg van alle kunstmatige prikkels van verkeer en menselijke bedrijvigheid.
Het bush-gevoel is back, maar de hoge temperaturen van de outback zijn foetsie. Een koele wind en droog stof doen mijn keel kriebelen. Een verkoudheid door de airco? Ook het gas in onze laatste gasfles geeft forfait.
No worries. Er is een outdoor BBQ op de camping. OK, het is wel eerst even flink poetsen want deze wordt duidelijk niet vaak gebruikt. Dat hebben we er voor over. Het betekent immers het verschil tussen boterhammen of een heerlijke warme maaltijd met pasta, grillkaas en gevulde champignons met maredsous. Daar poets je met plezier een BBQ plaat voor 🙂
De koele wind drijft me na het eten de camper in. Even de planning voor de laatste dagen bekijken. Zonder gas, geen warm eten. We opteren best voor een volgende kampeerplek met wat meer faciliteiten. O ja én met een douche. Het outback dirt mag er ook wel nog eens grondig afgespoeld worden. Aan het kraantje of onder onze outback shower wassen is niet echt hetzelfde.
back to basics
Tijd om naar het bush toilet te gaan. Daar gaan we. Het is pikdonker. Met een zaklampje duw ik een piepende metalen deur open waar geen licht aanwezig is. Gitzwart. Het is bewolkt dus er is ook geen enkel licht van de maan. De kleine lichtstraal van mijn zaklamp gaat gretig op zoek naar mogelijke gasten die je niet in de buurt wenst tijdens een plaspauze. Alsof ik in een horrorfilm zit waar het meest dramatische moment er zit aan te komen. Kikkers kwaken oorverdovend luid rond het kleine donkere hokje. De outback by night. En ik zit op een duister plekje met alle zintuigen op scherp te plassen. En dat met een glimlach op het gezicht 🙂
Geniet mee en zet het volume hoger.
Holy cow! Ik sta op en bevries me te pletter als ik naar mijn geliefde bush toilet wandel. Toch nog even terug onder dat warme donsdeken. Weg hitte, dat is duidelijk. Het wordt een koele dag, amper 21°C. Na gemiddeld 35°C is dat echt koel. We begrijpen nu ook beter waarom de bewoners van Tom Price die 35°C koel vonden als je 45°C gewoon bent. Het gevoel zit in het verschil, niet in de graden.
De zon doet haar best wel, maar haalt het niet van de vele wolken. We rijden terug naar de kust langs de gigantische wind farm van Alinta. Plaats en wind hebben ze hier beslist genoeg.
lesueur nationaal park
De schorre keel laat ons koers zetten naar Dongara waar ik een apotheek induik voor een spray en wat keelpastilles. De vriendelijke dame raadt me aan om zeker langs Lesueur nationaal park te gaan, ietsje verderop.
Ietsje verderop. De Aussies zijn zo grappig als het op afstanden aankomt. Tientallen kilometers verder zien we eindelijk een bord naar Lesueur Nationaal park. Het park staat bekend om een immens display aan veldbloemen, cactussen en palmplanten. Men is dan ook heel voorzichtig en vraagt stapschoenen te poetsen om geen ziektekiemen in de omgeving te brengen.
De vegetatie glooit mee in een idyllisch landschap. Idyllisch, ware het niet voor de massa irritante bush flies. Quelle horreur!
Ons muskietennet komt van pas. De vliegen staken hun pogingen om op ons te landen echter niet. Bij elke stop om een foto te nemen van de prachtige flora gaan ze massaal in de aanval. Oh, please!
Het is goed geweest. We picknicken moedig maar kort aan Gully’s en zetten dan koers richting Cervantes aan de westkust van Australië.
Voor we het park verlaten, hopt een grote kangoeroe door het bloemenlandschap. We vergeten de bush flies en rijden glimlachend verder alweer uitkijkend naar ander wildlife zoals mierenegels of echidna’s, skinksen en varanen.
cervantes aan de westkust van australie
In Cervantes opteren we op het caravan park voor een powered site om de batterijen van de camper op te laden. De extra faciliteiten zijn mooi meegenomen. In het Shell Beach Café ga ik voor een verwennerij. Een cappuccino en een poppy seeds lemon cake zijn de perfecte start voor een bezoek aan het surreële landschap van de Pinnacles in Nambung National Park.
nambung nationaal park
20 km voorbij Cervantes rij je de Pinnacles Desert in. Een woestijn van geel zand lijkt op een grafplaats van zandleemsculpturen. Duizenden pilaren prikken omhoog door het zand van één van de intrigerende landschappen aan de westkust van Australië. Het zicht doet ietwat grimmig aan.
Tijdens de self-drive kan je op specifieke plekken stoppen om de woestijnomgeving te verkennen. Op sommige plaatsen zien we pinnacles van wel 3,5 m hoog. Sommige zijn gekartelde kolommen met scherpe randen, anderen lijken op een grafsteen. De natuur heeft doorheen de tijd fascinerende sculpturen gemaakt. Klim nooit op deze kwetsbare structuren, zelfs niet voor een selfie!
Het spel van licht en schaduwen brengt het schijnbaar doodse landschap tot leven. En dan verlies ik alle oog voor de sculpturen en houdt een wolkenformatie mijn blik gevangen. De stormchaser in mij steekt de kop op. Een rollcloud of een shelfcloud? En welke richting zal de wolk uitgaan? Komt de storm onze richting uit of moeten we er achter aan? De wolk lost helaas ver boven zee op. Geen storm vandaag.
Galahs hebben denk ik mijn ontgoocheling gezien. Ze besluiten me nog even te trakteren op een spectaculaire vliegshow. Dank je wel 🙂
terug naar perth
Terug op Pinnacles caravan Park staan een warme douche, maaltijdsoep en kroketjes op de planning. Wat een comfort en overdaad. Morgen start de eindetappe van onze road trip. We rijden verder langs de westkust van Australië, zien koala’s en logeren in Perth Hills, de ideale plek voor rust- en natuurzoekers na een rondreis door Western Australië.
utt score
De nationale parken aan de westkust van Australië worden niet overrompeld door reizigers. Je kan er beslist genieten van rust in de natuur, weg van de massa en tegelijk ook veel wildlife spotten.
Laatste update: 6 juni 2020