Enkele dagen back to basics en off-the-grid logeren in een hut bij de Kuna Indianen op een paradijselijk eiland. Het is een unieke ervaring.
Onbewoonde eilandjes met witte stranden, wuivende palmbomen en turquoise waters. Cliché, maar ze doen je wel wegdromen. De San Blas in het noorden van Panama (tot aan de grens met Colombia) spreken tot de verbeelding. Al snel ben je aan het tokkelen op je klavier op zoek naar leuke adresjes en hoe er te geraken. Valt dat even tegen. De vertrouwde kanalen geven je bitter weinig opties.
Moeilijk gaat ook. Gewoon verder zoeken en googelen tot ik op reisblogs kom met promoties voor zeiltochten. Dat is niet wat wij zoeken. We willen op de San Blas zelf verblijven. Hoe moeilijk kan het zijn? Andere blogs raden ons compleet af om naar de San Blas te reizen: te afgelegen, te duur en het paradijs zou fake zijn en een donker kantje hebben… Door de vele berichten die elkaar tegenspreken, is onze nieuwsgierigheid wel geprikkeld.
NAAR DE SAN BLAS
Uiteindelijk vind ik de naald in de hooiberg. In Cabinas Narasgandub op het eiland Naranjo Chico logeer je vlak naast de inheemse bevolking in sobere hutten boven het water. Klinkt goed. Goedkoop is het niet. We betalen voor 4 dagen 710 USD inclusief overnachting in een rustieke hut, wel met 3 maaltijden en een excursie per dag. Wij boeken de middenklasse: een hut deels boven het water met zicht op het vasteland en dat blijkt een heel goede keuze te zijn.
De hutten volledig boven het water (links op de foto) zijn iets duurder. Voor een hut zonder balkon (rechts op de foto) betaal je iets minder.
Je kan ook goedkoper logeren. Besef wel dat je dan opteert voor een hut met een zandvloer en een bed zonder verse lakens. Als je wat pech hebt, slaap je bij regenval in een doorregende hut vol modder en zandvliegen. We opteren voor een houten vloer met iets meer ‘comfort’. Cabinas Narasgandub regelt ook het transport naar het eiland. Handig.
Hier gaan we dus naartoe: naar het eiland Naranjo Chico. Uiterst links zie je de hutten van Narasgandup.
Om 5 uur staan we klaar in Panama City. Het felle witte licht in onze kamer in de Balboa Inn schijnt meedogenloos in mijn ogen die net als ik ervan overtuigd zijn dat het nog nacht is. Even doorbijten en we zijn onderweg. Niet dus. Het ophalen loopt niet zoals gepland. Na 3 uur zitten we nog steeds op een hard bankje te wachten op onze shuttle. Intussen met een knorrende maag die zich afvraagt waar het ontbijt blijft.
Het Pura Vida gevoel lijkt in Panama niet te werken. Gelukkig regelt onze contactpersoon Mieke (een Nederlandse dame die ons via mail heeft geholpen met informatie over het verblijf in Narasgandub) dat een andere wagen ons tegen half 9 oppikt. Na 1,5 uur stoppen we iets voorbij Chepo aan een naftstation met food market waar we een ontbijtje bestellen.
En dan gaat de rit de bergen in.
KUNA YALA TERRITORIUM
De smalle baan vol putten kronkelt als een roetsjbaan door groene bergen het grondgebied van de Kuna Yala (of Guna Yala) indianen binnen. We tonen onze reispassen en betalen aan de grensovergang 20 USD om het territorium binnen te mogen. Enkel voertuigen met een licentie mogen het grondgebied in om reizigers van en naar de eilanden te brengen.
De vlag doet ons even fronsen: een hakenkruis? In 1925 kozen de Kuna het Swastika of hakenkruis als symbool voor hun vlag. Dit was jaren voor de nazi’s zich met (een gekantelde versie van) het hakenkruis associeerden. Toch voelt de gelijkenis met de vlag van Kuna Yala vreemd aan.
Het Kuna Yala territorium bestaat uit een smalle strook vasteland en circa 378 eilandjes in het noorden van Panama aan de Caraïbische Zee tot aan de grens van Colombia. In 1938 kreeg dit gebied zelfbestuur met een eigen regering, eigen wetten en een eigen taal. Eigendom of uitbating door niet Kuna Indianen is verboden in de San Blas waardoor ze hun authenticiteit beter kunnen bewaren.
In 40 gemeenschappen wonen circa 40.000 Kuna Indianen. Slechts een minderheid van de eilanden is bewoond. Lang niet alle eilanden laten bezoekers toe. Een aantal waakt streng over de traditionele manier van leven en schermen zich af van invloeden van de moderne samenleving. Opmerkelijk is ook dat 1 op 165 Kuna albino is, tegenover 1 op 135.000 mensen wereldwijd.
De rit van 1 uur door de bergen eindigt aan de riviermonding in Puerto de Carti. We gooien de rugzakken in het bootje en varen dan een uurtje over een zee die door hevige wind flink kabbelt.
NAAR NARARANJO CHICO
Onderweg naar het eiland Naranjo Chico passeren we tientallen eilandjes. Een aantal is slechts een speldenprik groot en onbewoond. Op andere staan langs de randen zoveel houten hutjes met rieten daken tegen elkaar gepropt dat ze elk moment in het water lijken te vallen. Het waterniveau hoeft hier niet veel meer te stijgen om ze in zee te laten verdwijnen. Dat de inheemse indianen op deze eilanden op termijn klimaatvluchtelingen zullen worden, is overduidelijk.
Bij aankomst aan ‘ons’ eiland gaat het donkerblauw van de ruwe zee abrupt over in turquoise water dat zich op een wit strandje gooit.
Het bootje meert vlak naast onze hut (links op de foto hieronder) aan waar we meteen door de Del Valle familie vriendelijk begroet worden.
Er is amper tot geen stroom op het eiland. Je doucht hier met een zuinige straal koel water. Vanaf 18 uur springt een zwakke gloeilamp in je hut aan. Een zaklamp is handig om na zonsondergang spullen in je bagage of in de badkamer te vinden. Elektronica opladen is niet mogelijk tenzij je in de kookhut (rechts op de foto) vraagt om even te mogen opladen. Om de muggen op afstand te houden, zijn we creatief met stenen en een theelichtje.
We gaan 3 dagen back to basics en off-the-grid.
de hut
Back to basics. Alles wat je thuis vanzelfsprekend vindt, is dat hier niet. Water en voeding wordt dagelijks aangevoerd. Wees zuinig met het douchewater en gebruik bio afbreekbare zeep, want alles stroomt in zee.
De hut mag dan sober zijn, de hangmat die we steeds mee hebben, zorgt voor alle luxe die we hier nodig hebben. Het palmbladen dak steekt voldoende over om tegen de zon te beschermen. Toch maakt de hitte je loom als de zon ’s middags loodrecht op de hut staat. Het geklots van de zee zorgt voor een bijpassend slaapliedje. Al snel wiegt de hangmat jou in dromenland. Of geniet relax van het landschap in al haar variaties doorheen de dag.
Naast het terras kan je je zo in het glashelder water laten zakken. Je hebt hier bij kalme zee zicht tot op de bodem waar wit zand, keien en enkele stukken met rif elkaar afwisselen. Het kleine strandje nodigt uit om in te dobberen, te zwemmen of te spelen, zelfs tijdens een malse tropische bui.
Opvallend is de afwezigheid van muggen. In sommige gebieden in Panama komt malaria en geelkoorts voor. Het is dus een opluchting om te merken dat extra voorzorgmaatregelen hier niet echt nodig zijn. De Kuna Indianen hadden vroeger veel last van muggen maar wisten deze uit te roeien door systematisch de broedhaarden te vernietigen. Ook hebben we verbazend genoeg geen last van zandvliegen.
KUNA DORP
De cabina’s liggen pal naast het kleine dorp. Vanop ons terras zijn we getuige van dorpstaferelen die zich onder de palmbomen afspelen. De Kuna leven in hun eigen territorium dat onafhankelijk is en veel waarde hecht aan de eigen cultuur en normen. De dames zie je voornamelijk in traditionele klederdracht met sieraden aan armen en benen die ze zelf maken. De mola of kleurrijke doeken die ze rond hun lichaam dragen, zijn hier alom aanwezig.
De kritiek dat ze gekleed lopen als attractie en een vorm van tourist trap zijn, vinden we kort door de bocht. Er is niemand die ons aanspreekt om op de foto te mogen waar je voor moet betalen of die ons zelfgemaakte spulletjes aan wilt smeren. Iedereen houdt zich hier gewoon bezig met hun alledaagse bezigheden. De heren lopen inmiddels rond in westerse kleding hoewel dat in praktijk meestal gewoon een short is.
De Kuna Indianen leven in een hechte gemeenschap tot ze jong volwassen zijn. Een jonge Kuna vertelt dat hij op een eiland iets verderop woont en 2 dagen op bezoek is bij zijn moeder. Veel oudere jeugd zie je niet op de eilanden. Zij hechten minder belang aan de traditionele manier van leven. De moderne levensstijl met meer toekomstperspectief doet hen daarom massaal naar Panama City trekken.
Naast het graspleintje van het dorp staat een grotere hut die dienst doet als kerk en buurthuis waar ze ’s avonds samen zingen. Het wegje dat erachter loopt naar de wasplaats is helaas bezaaid met papiertjes en plastiek afval. Het doet pijn aan de ogen tot we op het strand komen en bijna letterlijk worden verblind.
Het water schittert namelijk heel fel onder de zon die door de regenwolken breekt. Het doet even dat negatieve beeld van zwerfvuil vergeten. In een mum van tijd maken de grijze wolken plaats voor blauwe lucht. Het intussen kalme water tekent grote turquoise plekken in zee. Het eiland doet haar uiterste best om ons met onze gedachten in het paradijs te houden. En daar slaagt het ook in.
ZAND EN PALMBOMEN
Tijdens een wandeling rond het eiland passeer je nog 2 andere cabina’s. De Ina cabinas blijken heel sober te zijn met niet zo’n positieve reviews. Aan Cabinas Miro heb je een hagelwit strand met 2 tafeltjes en enkele stoelen waar je uitzicht hebt op andere eilanden en het vasteland. Ook andere gasten kunnen hier gebruik van maken.
Voor de lol zijn we tijdens het wandelen even aan het tellen geweest. Rond het eiland kan je circa 45 buureilandjes zien!
Ons eiland is voor de helft bebouwd met een 20-tal hutten voor de Kuna Indianen en een 15-tal hutjes voor bezoekers. De andere helft wordt letterlijk inge’palmd’. De blauwe stip duidt aan waar de Cabinas Narasgandup intussen gebouwd zijn.
Onder de bomen heb je stug gras en een nieuwe generatie jonge palmboompjes. Aan kokosnoten hebben ze hier beslist geen tekort. Het geld groeit hier dus wel degelijk aan de bomen, want kokosnoten worden ook als betaalmiddel gebruikt. Let wel op waar je loopt als de kokosnoten bijna rijp zijn 😉
Aan de andere zijde van het eiland zijn de randen ruw met opgehoopte koralen, stenen en schelpen. De wind heeft hier vrij spel wat de zee ook meer stroming geeft.
In het midden van het palmboompark is een put gegraven tot iets onder het zeeniveau zodat deze zich met grondwater vult dat door het zand gefilterd wordt tot zoetwater.
Terug in het dorp vervolgt het zandpad langs rieten hutten die dicht op elkaar staan en via kleurrijke waslijnen met elkaar worden verbonden. Een aantal paadjes zijn netjes afgezoomd met planten met roze bloempjes. Rond de hutten spelen kindjes en zijn moeders aan het werk terwijl de heren hun traditionele houten kano’s opknappen of het water opgaan om te vissen.
excursies
Voor elke nacht die je op het eiland verblijft, staat een excursie op het programma, lees: een watertaxi naar een ander eiland. Door de latere aankomst op dag 1 gaan we niet naar het lokale dorp aan de monding van de Rio Diablo. Het bootje dropt ons op een palmboomeiland waar op 1 hut na (waar je een bier of cola kan kopen) niets is behalve palmbomen en een wit strand.
We kijken elkaar aan als de kapitein terug de zee opgaat met slechts de mededeling ’30 minutos’. Nu ja, er zijn ergere zaken dan op een onbewoond eiland gedropt worden 🙂
Tot het plots hevig begint te regenen. Het blijft echter warm en een lage palmboom houdt veel tegen. Het stopt gelukkig even snel als het is begonnen. De kapitein die op het overdekte bootje een dutje lag te doen, lekker droog onder het afdak, is intussen wakker.
Na de ’30 minutos’ stappen we terug het bootje in om na een half uur varen op een volgend eiland gedropt te worden. Deze keer krijgen we geen tijd te horen. We zien wel…
Tuba Senika is voor bijna 3/4de bebouwd met cabina’s.
Aan de aanlegsteiger kan je een biertje of frisdrank krijgen. Het voelt vreemd aan om zonder enig uitleg op de eilandjes gedropt te worden. Wie van zon, zee en stranden houdt, heeft hier alleszins een aanbod om ‘u’ tegen te zeggen.
Als de wind opsteekt, wat je in december wel vaak kan hebben, is ook de zee ruwer waardoor het warme water gretig over boord spat en je op een gratis douche trakteert. Moet er nog water zijn? Een waterdichte zak voor je spullen komt hier goed van pas!
ISLAND HOPPING
We gaan snorkelen. Onze kapitein vraagt of we snorkelgerief mee hebben. Euh neen, niet echt. Ook de andere gasten schudden van ‘neen’. Goed, het zal dus zwemmen worden, want blijkbaar moet je je eigen snorkelgerief meenemen. We vinden het niet erg. De onderwaterwereld zou hier niet zo spectaculair zijn aangezien veel van het oude rif zwaar beschadigd is door overbevissing. Dat is helaas één van de donkere kantjes van de San Blas. De bezienswaardigheid is wat je boven water ziet: witte zandeilandjes vol palmbomen omringd met turquoise water.
Het eerste eiland dat we op dag 2 bezoeken, is langgerekt met veel zandstrand en een ‘piscina natural’ in zee. We gooien de handdoek over een schuin hangende palmboom en wandelen het turquoise water in om te dobberen in het ondiepe kalme water.
Ahh, zalig…
Na de ’30 minutos’ vaart het bootje alweer naar een volgend eiland met veel gras onder hoge palmbomen. We vatten post aan een rustig plekje waar we pelikanen aan het werk zien met het vangen van vis in zee. Rondom ons licht de zon nog meer eilandjes uit. En je raadt het al, ook hier heldere zee en palmbomen à volonté.
Op dag 3 vaart het bootje naar de Dutch Cays die duidelijk in trek zijn bij zeilschepen. In het water omgeven door blauwe lagune zie je vissen in het kristalheldere water langs je benen zwemmen.
Iets verderop liggen grote zeesterren in een natuurlijk zwembad midden op zee. Til deze niet uit zee voor een foto want dan sterven ze!
Op het eiland zelf krijg je eindelijk een woordje uitleg over het leven op de eilanden. In een houten kano worden hier in termietencompost meloenen gekweekt. Men is creatief met wat men heeft, dat is duidelijk. Ook hier worden putten gegraven onder zeeniveau om zoetwater te filteren.
vegetarier op san blas
Elke dag staat er iets vers uit zee op het menu. Tom eet vis en peuzelt smakelijk aan krab en kreeft. Als vegetariër krijg je een grotere portie witte rijst, eieren en iets meer sla en tomaat. Na 7 eieren op 2 dagen heb ik intussen mijn portie eiwitten wel binnen.
Stel je verwachtingen bij als je naar de eilanden komt. Veel extra groenten ga je hier niet krijgen. Ze moeten immers alles aanvoeren terwijl de visvangst voor het voornaamste bestanddeel van de maaltijd zorgt. Als dessert krijg je hier een stuk ananas of meloen, lekker eenvoudig en gezond.
Voor het ontbijt vergeet men steeds dat ik geen vlees eet. Tom geniet elke ochtend van 2 worstjes (nu ja, veel vlees zal daar ook niet in zitten). De portie brood of pannenkoekjes met een omelet is voor mij voldoende. Grote eters blijven hier misschien wat op hun honger zitten. Intussen ben ik vegan wat het op de eilanden nog moeilijker zou hebben gemaakt.
Een handige snack die je kan klaarmaken met heet water en een voorraad noten en granola bars is zeker aanbevolen voor wie geen vlees of andere dierlijke producten eet.
Wie de ochtend niet kan starten zonder cafeïne kan voor het ontbijt in de keuken heet water vragen om koffie te maken (met hun of je eigen oploskoffie). Daar maak ik gretig gebruik van 🙂
SLAPEN EN ONTWAKEN OP SAN BLAS
Het is warm, ook nadat de zon onder is (om half 7). Eens de wind weg valt, voelt het ronduit zwoel aan. In de hut profiteren we van natuurlijke ventilatie door de spleten van de rieten wanden. De eerste nacht breng ik echter bijna slapend door in de hangmat tot een koelere zeebries me toch in bed doet kruipen. Aangezien je hier de hele dag buiten bent, in de zon, in de wind en op het water, is het echt niet moeilijk om hier tijdens het wiegen in de hangmat in slaap te sukkelen.
Vroeg in de ochtend om 6 uur hoor ik iemand naast onze hut met lege watertonnen naar de boot slepen. Het bootje wordt volgeladen met materialen die elders weer bijgevuld moeten worden.
Terwijl ik in de hangmat aan mijn koffie slurp, zie ik het eiland voor me wakker worden. Een flinke rosse kater is intussen begonnen aan zijn dagelijkse ronde in het dorp terwijl de eerste zonnestralen achter de palmbomen doorbreken. En uurtje later meert het bootje terug aan. Karaffen met naft, water en zakken vol stenen worden aan wal gesjouwd.
leven op san blas
De dorpsbewoners vullen hun dag met het voorzien in hun voeding van die dag, het wassen van kleding, het repareren van boten en het socializen rond het dorpspleintje. Als bezoeker wandel je tussen de huisjes van Kuna Indianen op weg naar het strand of naar het palmbomenpark. Loop niet in bikini langs de hutten en hou het rustig.
De kinderen zijn met eenvoudige materialen in de weer om te oefenen voor later als ze de zee op moeten om vis te vangen. Een halve regenton doet dienst als sloep.
De balustrades van de hutten aan het water zijn dan weer de plek bij uitstek om hun vistechniek te oefenen.
Het is jammer om zoveel zwerfvuil te zien. Langs de paadjes die naar het strand leiden, liggen verpakkingen van snoep, blikjes en ander afval. Er is blijkbaar geen reflex om dit afval op te ruimen. Wat toch bij elkaar wordt geharkt, wordt verbrand. Er is geen afvalbeheer op de eilanden en dat gaat op termijn met een bevolking die blijft toenemen, zeker nog problematisch worden.
Reizigers op San Blas zijn zo goed als allemaal backpackers die het rustieke waarderen. Je vindt hier geen resorts of chique lodges, geen vertier, geen cocktails of party’s. Alles is eenvoudig en volgt het tempo van het eiland. Aan Cabinas Miro ontdekken we een klein donker barakje waar men wat huisraad, verse koffie en mini Oreo’s verkoopt.
We zakken met onze onverwachtse buit voor een 4-uurtje onderuit in 2 ligstoelen met zicht op het kalme water, de eilanden en het vasteland. De zon licht alweer vrolijk strepen turquoise op in het water. Het eiland fluit ons terug naar het paradijs. We gehoorzamen met plezier.
TAAL EN COMMUNICATIE OP SAN BLAS
De Kuna Indianen spreken hun eigen taal. Enkelen verstaan wel wat Spaans. Ze spreken het in korte zinnen of woorden. De woorden die we hier het meest horen zijn ‘listo’ en ‘cinco’. Listo betekent ‘gereed’ (met het eten of om te vertrekken).
‘Cinco’ betekent 5 maar we ontdekken al snel dat ‘cinco’ net als Pura Vida in Costa Rica verschillende betekenissen heeft. Eigenlijk betekent het eerder ‘binnenkort’ en niet zozeer 5 minuutjes. Eens je de rekbaarheid van cinco minutos hebt aanvaard, hoef je ook niet zo snel ‘listo’ meer te zijn en kom je sneller in het laid-back tempo van het eiland.
We blijven door de gebrekkige communicatie wat op onze honger zitten over hun manier van leven. Waar halen ze hun drinkwater en voeding? Is er een schooltje? Met hoeveel leven ze op het eiland,…? Ik besluit onze kok Calamanci wat meer info te vragen. Hij laat weten dat ze tegenover het eiland aan de Rio Diablo hun aankopen en dagelijkse bevoorradingen doen.
Op Naranjo Chico wonen 40 Kuna Indianen. Op het grotere eiland dat dichterbij het vasteland ligt en we duidelijk vanuit onze hut zien, wonen wel 2000 mensen. Daar gaan ook hun kinderen naar school. Ja, de bevolking neemt snel toe, maar velen trekken naar het vasteland. En neen, hij zou zijn eiland nooit willen verlaten, hij heeft het hier naar zijn zin en doet ook alle moeite om het zijn gasten ook naar hun zin te maken.
Na 3 dagen nemen we afscheid van Calamanci en zijn familie en keren terug naar het vasteland.
Wat neem je mee naar de San Blas?
Niet veel. Je leeft hier zowat in je strandkleding. Wat je teveel aan spullen in je bagage hebt tijdens je rondreis, kan je in je logement in Panama city achterlaten. Check dit vooraf als je iets boekt.
Vertrek vanuit Panama City is steeds heel vroeg in de ochtend (tenzij ze jou vergeten en je 3 uur staat te wachten). We raden de avontuurlijke reiziger aan om de dag(en) vooraf in Pachamama la Republica te overnachten (waarover meer in een volgend blogbericht). Je hoeft er ’s morgens niet zo vroeg uit en pikt tegelijk een heel leuk adresje mee op je route naar de San Blas.
Handig voor 2 tot 4 dagen op de San Blas
- Een handdoek (er is geen badlinnen in je hut)
- Strandlaken dat snel droogt (je kan hier op zitten of rond je wikkelen)
- Zonnecremè en muggenspray
- Zwemgerief (breng je snorkelgerief mee, je kan het niet huren op het eiland)
- Flip flops (je loopt voornamelijk op blote voeten, maar over het stugge gras, de kiezels of aangespoeld koraal op het eiland loop je best op flip flops)
- Zonnehoed (je zit dicht bij de evenaar: de zon brandt loodrecht op je) en zonnebril (de zon is verblindend op het witte strand)
- US dollars (kleine briefjes)
- Lichtgewicht regenjas voor op de bootjes als het regent: en zeg ja als ze jou een vuilniszak aanbieden als extra bescherming 😉
- Regenhoes voor bagage (de slagregen maakt alles doornat in het bootje)
- Waterdichte zak voor uitstapjes naar de eilanden
- Compacte hangmat (een echte must: palmbomen zat om je hangmat tussen te hangen!)
- Zaklamp of petzl (er is amper tot geen stroom dus donker in je hut na 18u30)
- Lichte short, t-shirt of strandkleedje (temperaturen zijn dag en nacht aangenaam warm tot zwoel)
FINDING BEAUTY& PEACE
Dat de eilanden paradijselijk lijken, hoeft geen betoog. Wat natuur betreft, is de vegetatie monotoon: palmbomen, palmbomen én palmbomen. Op sommige eilanden groeien ook andere boomsoorten, maar deze zijn in de minderheid. Op de eilanden vind je vooral koraal, zand en stug gras. Dat zorgt er ook voor dat je er weinig fauna zal vinden. Op pelikanen, fregatvogels en kleine vogels na, zagen we hier geen ander wildlife.
Wat rust betreft, hangt het af op welk eiland je logeert. Wij genieten niet zozeer van stilte, maar van de kleurrijke folklore. Op elk moment van de dag hoor je spelende kinderen in en rond het water en speelt ergens in het dorpje muziek. Het zijn niet de opzwepende Latijns-Amerikaanse melodieën die hier de toon zetten maar eerder melancholische ritmische muziek. ’s Avonds zingen de eilandbewoners samen uit volle borst hun volksliederen.
De eilandgeluiden worden non-stop voorzien van het geklots van het water van de zee, s’ morgens luid ruisend, s’ avonds zacht gekabbel waar nu en dan een motorbootje op ronkt. De levendigheid van het dorp stoort niet. Het geeft het eiland een authentieke charme.
HELPING ANIMALS
De Kuna Indianen leven op een uitgestrekt dunbevolkt territorium met amper tot geen infrastrucuur waar je ook geen dierenorganisaties zal vinden. Op het eiland waar we logeerden, zagen we 4 honden waarvan eentje graatmager, de andere goed gevoed en 1 intacte kater die heel zelfzeker door het dorp wandelt en zijn territorium demonstratief afbakent. Hij zit goed in zijn vel en heeft aan visresten een vette kluif. Tijdens het heetste van de dag zoeken de hondjes de koelte van het zand op of liggen midden op het zandpad in het dorp te zonnekloppen.
HET VERDICT
Wat is nu het zwarte kantje van de San Blas? Het gebrek aan afvalbeheer en overbevissing eist boven en onder water duidelijk haar tol. Ook de afgunst tussen Kuna die inkomsten hebben van toerisme en zij die het zonder moeten doen, neemt toe en zorgt voor onderlinge strubbelingen. Sommige onbewoonde eilandjes worden ’s nachts gebruikt voor drugstraffic vanuit Colombia. Nuttig om even bij stil te staan als je zou besluiten om op een eiland te gaan kamperen…
Spartaanse all-inclusive. Een verblijf op San Blas is steeds all inclusive. Er zijn immers geen opties om zelf te koken of uit eten te gaan. Verwacht je echter aan geen resort met drankjes en eten à volonté. Je eet wat men kookt en krijgt water bij de maaltijd. Extra snacks, fruit of dranken breng je zelf mee. Deze formule beviel ons echter goed.
Is een bezoek aan de San Blas een aanrader? Wij vonden het een unieke ervaring om op een eiland tussen de Kuna Indianen te leven. Het leven is eenvoudig in de San Blas, ook voor de bezoekers, maar je geniet daardoor des te meer van de belevenis.
Van de vele afgelegen plaatsen die we tijdens onze reizen reeds bezochten, is dit wel een buitenbeentje. Door de ligging kan je niet anders dan jezelf volledig loskoppelen van de wereld daarbuiten. We misten na 3 dagen op een afgelegen eiland niet zozeer de moderne beschaving als wel groene natuur om in te wandelen en wildlife. En dat gaan we de komende dagen goed maken in de bergen van San Blas.
Maar eerst terug naar het vasteland en dat wordt een beproeving…
utt score
Ook al ben je hier heel ver weg van de massa, weelderige natuur en dieren misten we wel tijdens deze reiservaring. Voor een strandvakantie ver weg van alles maar back to basics kan je niet beter zitten.
Laatste update: 2 mei 2022