Wandel door canyons, langs kreken en billabongs en sta versteld van de gratie en de schroeiende hitte in de outback in het rode hart van Australië tijdens een bezoek aan King’s Canyon, de Olga’s en de heilige Uluru.
Van Darwin naar Alice Springs
Onze road trip startte in Darwin, helemaal in het noorden van het Northern Territory. Na een bezoek aan het Lichfield National Park, Kakadu National Park en Katharina National Park kampeerden we bij de magische Devils’ Marbles alvorens onze tocht door de outback verder te zetten naar het rode hart van Australië en The Alice, beter bekend als Alice Springs.
Op de interactieve kaart hieronder: de bestemmingen die we bezochten tijden deze rondreis en tijdens een volgende rondreis in Western Australia.
SPOOKGEBIED in de outback
We verlaten de Stuart Highway en draaien de Plenty Highway op.
Via Gemtree kom je in de East MacDonnell Range waar je in het hoogseizoen naar edelstenen kan zoeken. De 4×4 weg bezorgt ons een off-road avontuur van formaat. We hotsten en botsen over keiharde rode outback ondergrond.
En dan wordt de zandweg smaller en smaller. Even vragen we ons af wat ons bezielde om deze weg in the middle of nowhere te rijden. Amper 60 km overbruggen in 3 uur tijd betekent wel dat je meer kans hebt om wildlife te zien! We rijden door het territorium van een grote familie grijze kangoeroe’s.
Over de weg kruipt een meterslange hagedis met witte stippen (een goanna ). Het dier is alert en kijkt ons achterdochtig aan terwijl we langzaam onze weg vervolgen.
Het landschap in de outback varieert. Droge woestijnvlakte wisselt af met tropische bomen en een kreek met brak water. Onder lage bomen schuilen groepjes kangoeroes in de schaduw. Tussen het kurkdroge struikgewas (outback bush) ritselt nu en dan een klein hagedis.
En dan is het muisstil. We komen aan in het spookstadje Artlunga. Aan het eind van de 19e eeuw, tijdens de Gold Rush was dit dorp groter dan Alice Springs. Van zodra de goudkoorts afnam, verlieten ook de laatste inwoners deze barre geïsoleerde plek in de outback die pal op de Steenbokskeerkring ligt.
Ook het landschap is hier spookachtig. Een gigantische gum ghost tree doemt voor ons op.
De kreken staan zo’n 10 maanden kurkdroog vlak voor het korte maar zeer heftige regenseizoen. Planten en bomen overleven in de outback dankzij hun aanpassing aan het keiharde woestijnklimaat.
fauna en flora in de outback
Ondanks de hitte, droogte en overstromingen in het regenseizoen leven hier kangoeroe’s en kamelen. Let goed op de weg, want ze kunnen zomaar oversteken!
Ook insecten, vogels, planten en bloemen trotseren het rode zand van de hete outback.
ABORGINAL COUNTRY
Niet alleen fauna en flora hebben zich aangepast om in extreme omstandigheden in harmonie met de omgeving te leven. Ook de inheemse Aboriginals overleven in de outback. Ze hechten veel belang aan ‘Dream time’. Dit is een vorm van collectief onderbewustzijn. Verhalen van geesten beschrijven hoe het landschap werd geschapen en hoe het leven begon. Deze geesten vormden het land en maakten het gebruiksklaar voor de mens. Na de schepping en het doorgeven van de nodige kennis om te overleven en om samen te leven, verdwenen de geesten in het landschap en lieten sporen achter op heilige plaatsen.
Hun levensvisie en cultuur leeft verder in erg afgelegen Aboriginal communities. Bijna de helft van het Northern Territory is Aboriginal land. Een vergunning is nodig om op aangeduide permit roads te mogen rijden. Hou ook rekening met ‘dry areas’ waar een volledig alcoholverbod geldt. Vraag steeds goed na of een gemeenschap bezoekers toelaat om hun winkeltjes te gebruiken en neem nooit zomaar foto’s zonder vooraf toestemming te vragen. Intussen zijn in de omgeving talrijke Aboriginal bedrijfjes actief die inkomsten halen uit toerisme in hun gebied en er educatieve of medische projecten mee opstarten.
De Anangu zijn de traditionele bewoners van de Uluru of Ayer’s Rock. Hun eigendomsrecht werd pas in 1985 erkend. Heilige plaatsen gelinkt aan hun voorgeschiedenis en kennis (dreamtime) worden in ere gehouden. Ze verwachten dat ook bezoekers hun heilige plaatsen met respect behandelen. Het gaat om rotsschilderingen, rotsen, meren en bomen.
Zo is ook de Uluru voor hen een heilige plaats. Helaas zijn veel toeristen slechts uit op een unieke foto of selfie en negeerde men de vraag om niet op de rots te wandelen. Na een lange strijd werd wandelen op de Uluru op 26 oktober 2019 eindelijk verboden.
meteorietkraters
Zo’n 100 km onder Alice Springs draaien we een dirt road van 11 km in naar de meteorietkraters van Henbery. Miljoenen jaren geleden zorgde een stortregen aan meteorieten voor kraters van 7 m tot 180 m breed.
Een brandende zon vergezelt ons bij een snikhete 40°C aan de grootste krater. Rond de krater kuieren wilde kamelen in de verlaten outback. Zij zijn duidelijk meer aangepast om in deze hitte te bewegen dan ons. De airco van de camper is een ware verademing na de bakoven buiten.
In Erldunda slaan we de Lasseter Highway in die ons door een woestijnlandschap voorbij Mount Ebenezer brengt. Op de bloedhete parking van een reusachtig veebedrijf in Curtin Springs houden we even halt voor een korte lunch. 3500 runderen grazen hier op een zeer omvangrijk landbouwgebied van 4500 km².
ULURU OF AYER’S ROCK
Na 80 km komen we aan in Yulura. Dit resort midden in de rode outback is gebouwd om toeristen (en al hun afval) op te vangen die een bezoek brengen aan Ayer’s Rock, dé bezienswaardigheid bij uitstek. Het kunstmatige dorp is voorzien van alle nodige faciliteiten en wordt samen met de Aboriginal Community uitgebaat. De overheid heeft de eigendomsrechten van het gebied rond de Uluru erkend in ruil voor het leasen van het National Park zodat cultuur en toerisme op elkaar afgestemd kunnen worden.
Vanop de look-out zien we de Uluru in de verte. De kale rode rots in een vlakte met grijsgroen woestijngras tegen een helderblauwe hemel is indrukwekkend.
De grootste monoliet ter wereld (3,5 km bij 2,4 km en 348 m hoog) straalt gratie uit maar ook hitte. Tijdens een wandeling rond de basis (die in totaal 8 km is) voelen we de warmte die de ruim 600 miljoen jaar oude rots overdag heeft opgeslagen op ons stralen.
Rond de basis is het opmerkelijk groen. Bomen zorgen voor schaduw langs het wandelpad. Diep onder de indruk van deze mastodont zakken we af naar de sunset viewing area waar we voor het eerst tijdens onze road trip andere toeristen bij een bezienswaardigheid zien.
De gloed van de zonsondergang kleurt de rots in steeds andere tinten oranje waardoor je fototoestel beslist in overdrive gaat. De overgang in kleuren is verbluffend.
De silhouetten van de Olga’s in het Kata Tjuta Nationaal Park en de Uluru in de verte als de zon ondergaat, tekenen zich waanzinnig mooi af in het landschap.
de olga’s
Voor een wandeling moet je hier heel vroeg je bed uit. Na 8 u is het bloedheet en zelfs gevaarlijk om te wandelen. We zijn niet de enigen die zo vroeg de camping verlaten. De meesten trekken naar de Uluru voor de zonsopgang. Wij gaan de andere richting uit naar de Olga’s waar we de zonsopgang op de enorme bulten van Kata Tjuta aanschouwen met in de verte het silhouet van de Uluru. Zover het oog reikt zie je behalve woestijngras hier en daar slechts een eenzame desert oak. Om half 7 starten we de walk of the Valley of the Winds, een wandeling van 7 km.
Woenstijnflora bieden kranig het hoofd aan de droogte en hitte.
De temperatuur valt het eerste half uur nog mee. Maar dat verandert snel…
Via pittige rotspaadjes haal ik de look-out. Sterke zonnestralen verblinden me meedogenloos terwijl ik puffend met een rood gezicht naar de waterfles grijp. Elk kwartier moet je hier water drinken, minstens 1 liter per uur. Ik probeer het hoofd koel te houden maar ben na de wandeling compleet oververhit.
We rijden 50 km terug naar Yulura om ons op te frissen alvorens de weg verder te zetten naar King’s Canyon. De lange rit onder de zengende zon, de pittige ochtendwandeling en de overdosis aan zon begint haar tol te eisen. Al knikkebollend naderen we onze volgende bestemming.
sterven in king’s canyon
Het plan was om langs de rivierbedding in de canyon een wandeling te maken. Helaas zijn we hier op het heetst van de dag en waarschuwt een bord voor het gevaar om in de hitte te wandelen. De thermometer geeft 43°C aan in de schaduw.
Wij zijn op doortocht en besluiten de gok te wagen. Oh, dat was toch zo’n slecht plan… Op wilskracht haal ik de look-out.
De terugkeer is een lijdensweg. Om de 100 m moet ik op adem komen en probeer ik mijn hartritme te controleren. Bij elk klein plekje schaduw puf ik het uit, drink ik water en voel mijn gezicht roder worden. Ik krijg hoofdpijn, mijn vingers zwellen op en de droge hitte zorgt voor een brandend gevoel in mijn neus. Uiteindelijk krijg ik een bloedneus. Dit is niet OK…
Ik strompel de toiletblok binnen waar ik mijn hoofd onder een koele straal water hou en het plots zwart voor de ogen wordt. Ik moet me even op de grond leggen. O jee, wat heb ik mezelf weer aangedaan? Die infoborden met waarschuwingen staan er dus niet zomaar. Eigenwijs zijn kan je hier behoorlijk zuur opbreken!
Terug in de airco van de camper ben ik aan het bekomen tot voor ons op de weg een leuke verrassing opduikt: een bergduivel of thorny devil! Dit super grappige prehistorische minidraakje laat zich mooi fotograferen. Wat een prachtig diertje.
kamperen in een aboriginal dorp
In Kings Canyon Resort kopen we onze permit om de Mereenie Loop in the West MacDonnell Range te rijden. Het plan is om morgenvroeg in Palm Valley te wandelen en niet op de middag. Dat lesje heb ik intussen op de harde manier geleerd. Er lijkt geen einde te komen aan het gehots en geklots op de 155 km geribbelde dirt road. Wilde paarden grazen langs de stoffige weg.
We rijden het afgelegen aboriginal dorp Hermansburg vlak voor zonsondergang binnen. Alles blijkt gesloten te zijn. Bordjes met ‘no go area’ en ‘residents only’ geven ons niet meteen een welkom gevoel.
De verlaten camping is open maar niet in gebruik. Er is niemand om ons te ontvangen. We horen hondengeblaf en een fikse ruzie verderop in het dorp. Een bord vlakbij de camping ‘community sees, hears, tell police’ doet vermoeden dat men hier amokmakers via sociale controle probeert te beteugelen.
We maken ons avondmaal in het donker aan onze camper met het getsjirp van krekels op de achtergrond en genieten van een immense sterrenhemel.
Het koelt in de outback ’s nachts opmerkelijk af. Die afkoeling kan mijn lichaam na een overdosis hitte gisteren zeker smaken. We lopen wat uit ons element in dit dorp en krijgen vreemde blikken. Na het ontbijt vertrekken we vroeg genoeg, dat is voor de hitte, naar Palm Valley.
oerrivier in Palm Valley
Een deel van de 20 km off-road naar Palm Valley loopt door rotsachtige rivierbedding van de oudste oerrivier ter wereld, de Finke River. De staat van de weg ging van kwaad naar erger.
De rotsen gaan over in mul woestijnzand. Het is een hele klus om ons niet vast te rijden. We besluiten de laatste kilometer te wandelen. Het is gelukkig nog niet te heet. In de verte zien we de hoge red cabbage palm trees de hoogte in schieten. Hier en nergens anders ter wereld groeien deze palmen als overblijfsel van een regenwoud van 65 miljoen jaar geleden.
Deze oase in de woestijn lijkt een zinsbegoocheling. De rivierbedding staat nu weliswaar droog maar in het regenseizoen stroomt ze boordevol water. De wind waait hevig in de vallei en doet deugd. De blaadjes van de palmbomen ritselen heftig langs de oever. Vanop het zandsteenplateau heb je zicht op de palmvallei.
Hier voelen we de temperatuur langzaam maar zeker stijgen. In stilte concentreer ik me op mijn ademhaling, drink liters water en geniet intussen van een overweldigend mooie omgeving. Terug in de camper is het weer hotsen en botsen over de rotsachtige ondergrond.
We rijden in niemandsland. Wilde ezels en paarden wandelen ongestoord over de brede verlaten weg die ons het indrukwekkende Goss Bluff brengt. Een komeetinslag zorgde hier 143 miljoen jaar geleden voor een 5 km lange krater waar je ook in kan rijden. De impact van de buitenaardse kolos zie je echter beter vanop een afstand. Een heuvel verderop geeft je de kans om de uitgestrektheid van dit immense gebied te bewonderen. Wow, wat een uitzicht!
WEST MACDONNELL NATIONAL PARK
Het landschap in de West MacDonnell Ranges wordt gekenmerkt door spectaculaire canyons door het klimaat gebeeldhouwd. In Glen Helen slaat de hitte weer toe. De hitte en het donker water in de poel lokt helaas ook veel bush flies. Deze ellendige vliegen kunnen je echt op de zenuwen werken. We besluiten de billabong niet in te gaan, maar zoeken ons een rustig plekje op Glen Helen Gorge Homestead waar we met volle teugen genieten van een verfrissende douche zonder bush flies in de buurt.
Ook hier zien we een adembenemende sterrenhemel én een vallende ster. De woeste en ongerepte omgeving doet echt tot rust komen. Deze nacht giert de wind keihard door de venstertjes van onze camper die flink doorheen wordt geschud.
We zijn overgeleverd aan de natuurelementen. Alleen dat al maakt je meer bescheiden. Ik word wakker met het getik van regendruppels op het dak. Zalig, eindelijk wat afkoeling. Het is wel even schrikken hoe groot die afkoeling in de woestijn kan zijn. Na de hitte van gisteren heb ik het zelfs even fris. Stel je voor!
TIP: neem een muskietennet mee om je tegen vervelende bush flies te beschermen.
CANYONS EN GORGES
In Ormiston George, een prachtige kloof vol enorme rotsblokken en waterputten zien we rotswallaby’s gezapig op gras knabbelen. We zijn niet de enige die genieten van de omgeving en de extra zuurstof in de lucht. Het is vandaag amper 25°C, perfect om in de canyons te wandelen. De koelere temperaturen laten de rode kangoeroes ook actiever rondhuppelen.
In de Ochre pits is witte, gele en rode oker in de grondlagen zichtbaar.
De felle oker wordt door de Aboriginals nog steeds als natuurlijke verf gebruikt. In de buurt is ook bush food te vinden. Het gevaar is echter dat als je bush tomatoes op het verkeerde moment eet, deze giftig zijn. Ook wilde pruimen en dikke larven staan hier op het menu van ervaren bush tuckers. Ik bedank vriendelijk…
De rotswanden in Standley Chasm worden spectaculair door de zon opgelicht. Het spel van kleur in de gestreepte rotsen en in het landschap is een streling voor het oog.
In Simpson Gap zien we een koppel dat we in Darwin in het hostel hadden ontmoet. Het is hier onmetelijk uitgestrekt en we hebben al ruim 3500 km achter de kiezen. Toch is het niet zo vreemd om het handje vol reizigers dat in het laagseizoen de road trip onderneemt naar het rode centrum op de bekendste bezienswaardigheden terug te zien.
alice springs
Malse druppels kondigen de start van het regenseizoen aan. Niet alleen afstanden, maar ook ondergestroomde gebieden na hevige regenval zorgen voor onbereikbare afgelegen woningen. Onderweg naar Alice Springs passeren we Flynns Grave, de stichter van de Flying Doctors. Dit initiatief heeft een levensbelangrijke rol gespeeld in het leven van de bewoners in afgelegen plekken in de Outback. De School of the Air zorgt voor onderwijs op afstand zodat kinderen via webcam lessen kunnen mee volgen op een school.
Alice Springs of the Alice ligt middenin de Red Centre. Deze kleine stad met intussen zo’n 27.000 inwoners werd in 1872 gesticht als tussenstation voor de telegraaflijn van Adelaide naar Darwin. Het station werd gevestigd aan een kreek, in de hoop dat dit een permanente waterbron was, maar de bedding van de Todd rivier staat steeds kurkdroog.
De zeer geïsoleerde ligging van andere steden, (minstens 1000 km) maakt de sfeer erg uniek.
Vanop Anzac hill heb je een prachtig uitzicht over dit bijzondere stadje dat wordt omringd door de MacDonnell Ranges met daarachter een uitgestrekt woestijnlandschap.
In het Kangaroo Sanctuary kan je van dinsdag tot zaterdag terecht voor een educatieve rondleiding.
DIDGERIDOO
Het eerste deel van de road trip zit erop. We leveren onze adventure camper terug in bij Apollo en wandelen naar B&B Kathys place om ons op te frissen voor onze laatste avond in the Red Centre.
In het Sound of Starlight Theatre ontdekken we tijdens een Andrew Langford didgeridoo show de vele prachtige geluiden van het vernuftige instrument dat we als souvenir gekocht hebben.
Benieuwd of het ons thuis ook zo vlot zal lukken 🙂
We hebben 3920 km achter de kiezen en al zoveel moois gezien. Deze eerste kennismaking met Australië is nu al een onvergetelijke ervaring. Het Northern Territory en de onmetelijke outback hebben echt een enorme indruk op me nagelaten.
We nemen vanuit Alice Springs een binnenlandse vlucht naar Cairns in het tropische noordoosten van Australië en zien onder ons een rood woestijnlandschap waar geen einde aan lijkt te komen.
intussen aan het thuisfront
Wij zijn 7 weken onderweg voor een rondreis door Australië en Nieuw-Zeeland en hadden onze katten toevertrouwd aan de zorgen van een streng gescreende housesitter. Meer info in: Wat met de kat als je op reis gaat?
utt score
Een road trip door de outback brengt je in contact met het unieke wildlife van Australië waar je geen moeite voor moet doen om het te zien. De onmetelijke uitgestrektheid van de outback zorgt zonder twijfel voor een reiservaring ver weg van de massa. Enkel in Alice Springs is het even rekening houden met social distancing.
Laatste update: 1 mei 2021