Breek de lange rit van het spectaculaire Karijini naar het Ningaloo Reef op met een unieke outback belevenis: kamperen op het afgelegen Emu Creek.
Onze rondreis door Western Australia is er eentje van uitersten. De grote constanten in het verhaal: unieke natuurfenomenen in een serene omgeving.
Na een bezoek aan Rottnest Island reden we door glooiende velden. Het landschap transformeerde dramatisch in de Golden Outback. Groene vegetatie en watervallen in ruwe canyons in Karijini Nationaal Park namen het over. En die weelderige omgeving ruilen we tijdens de volgende etappe in voor uitgestrekte outback en het afgelegen Emu Creek.
naar een afgelegen kampeerplek in de outback
Na een ietwat enge belevenis in een bush toilet in Nannatura zetten we de weg verder over een snikhete asfalt in een stoffige woestijn. Nannatura is heel afgelegen. Van daaruit is het nog 76 km rijden naar Yannarie. Doe daar nog eens een flinke 20 km dirt road bi. Dat brengt je naar het wel zeer afgelegen Cattle Station Emu Creek.
De GPS geeft aan dat we in Yannarie aangekomen zijn. Tom vertraagt. We kijken allebei rond ons. Behalve uitgestrekte vlakten en de heuvelachtige Pilbara in de verder zien we niets. Niet eens een bord. En nu? “Ik rij nog een stukje verder”, zegt Tom, “hier moet toch iets in de buurt zijn”. Die eindeloze vlakte voor ons doet alleszins anders vermoeden…
Tot we een blauw logementsbordje zien met Emu Creek op. Oef! Daar moeten we zijn.
kamperen op emu creek cattle station
Na het bordje rijden we 22 km op een kurkdroge rode ribbelweg. De helderblauwe hemel zorgt voor een complementair kleurenspel dat wordt opgefrist met wat groene bush en witte of gele veldbloemen. Alsof we door liederlijke landschappen in een schilderij rijden. Ik kan er eeuwig naar blijven kijken in complete bewondering voor compositie en kleurenspel.
Eeuwig duurt ook de rit op de rode weg. Er lijkt geen einde aan te komen. Naar de middle of nowhere is hier echt wel van toepassing. “Hopelijk zijn ze thuis?” vraag ik me luidop af. Reserveren was hier niet nodig.
Een teken van leven duikt voor ons op. Het welkomstcomité bestaat uit een groepje koeien. Die zijn even op wandel op de 22 km lange oprit van het immense veebedrijf.
Immens uitgestrekt is het hier. Het Cattle Station ontstond in 1891 met 20.000 schapen op meer dan 200.000 hectaren grond. Het landgoed is intussen overgeschakeld naar biologisch Droughtmaster vee en werkt volledig zelfbedruipend. Ze moeten wel. De dichtstbijzijnde supermarkt bevindt zich op 150 km. Voorzien in je eigen basismiddelen is hier geen luxe.
Emu Creek Station. We rijden de witte poort binnen en kijken verbaasd naar een groene gazon rond het landhuis. Aan het terras liggen enkele cabins voor het werkvolk. Ik word in gedachten meteen naar Drover’s Run van de serie Mc Leod Daughters gekatapulteerd.
Een werkster brengt ons naar Joyce die ons welkom heet en de inrit naar de camping toont. “Just pick a spot” en ze is alweer weg. Een rondleiding zit er niet echt in. Te druk. No worries, we vinden het wel. Hoe moeilijk kan het zijn op zo’n klein stukje grond 🙂
We parkeren op een rustig plekje vlakbij de rivier.
emu creek billabong
Droge hitte, lange afstanden en veel stof. Tom spoelt zijn handen in de rivier. Ik snak naar wat afkoeling in het water. OK, het is geen gefilterd zwembad en de koeienvlaaien langs de kant spreken boekdelen. Toch kan ik het niet laten om even een plonsje te wagen in het water van de billabong waar gum trees voor de nodige schaduw zorgen.
Het water is amper een meter diep maar het is wel de enige rivier in de hele omtrek waar we ook maar iets van water in hebben gezien. Alle andere rivieren onderweg waren kurkdroog met een een zandbedding die in weken of maanden geen druppel regen meer had gezien.
Wat een luxe is dit water. De stilte is overweldigend. Terwijl ik even dobber en uit alle macht de zompige bodem probeer te mijden en geen rivierwater probeer binnen te krijgen, scheuren kaketoes luid krakend boven mijn hoofd.
Intussen zakt de zon langzaam maar zeker achter de bomen en licht de omgeving op in een wirwar aan schaduwen.
Onze avondmaaltijd maken we buiten aan de camper. Wie wilt kan trouwens in het hoofdgebouw ook aanschuiven voor een betaalde maaltijd.
Via Nanaturra Roadhouse wordt brandhout aangekocht dat aan dezelfde prijs aan gasten wordt verkocht om te vermijden dat hout van het terrein wordt gebruikt. Dat brandhout kan je gebruiken voor een gezellige avond bij het kampvuur aan de rivier.
Terwijl het vuur in de oude velg van een truck knettert, geniet ik met volle teugen van de omgeving op deze afgelegen plek. Er is niemand anders behalve een heel leger muggen aan de oever van de rivier. Van zodra het begint af te koelen, besluiten ze het op te geven.
emu creek by night
Het gekwetter van de kaketoes gaat crescendo alsof ze worden uitgemoord. En dan gaan de snaveltjes dicht. De nachtelijke outback neemt het meteen daarop over. Kikkers en krekels kwaken en tsjirpen dat het een lieve lust is. Als we naar de badkamer van het landhuis wandelen zien we onderweg vele oogjes oplichten… Een prachtige wolfspin loopt tussen de vele stenen.
Spinnen en kevers zitten er hier met de massa. Ook de hond en de kat doen mee aan het nachtelijke spel van beestjes die op elkaar jagen. Zo ligt een huntsman spider op de loer voor een prooi. Naast de steen zit een hagedisje muisstil. De hond en kat kijken net als ons toe. Spannend…
Hier verschuilt de jachtkrabspin zich.
Hoe gefascineerd ik de creepy crawlers ook vind. Ergens hoop ik deze nacht niet de wandeling van 200 meter in de donkere outback naar het toilet te moeten doen. In de buurt van de camper is ook geen oplossing. Het formaat van de meeste spinnen maakt niet uit. Hier zijn de kleinste exemplaren de giftigste en die hebben we nog niet gezien. Daar wil je ’s nachts alleszins niet met je blote bips boven hangen om snel even een plasje te doen.
Bij een heldere hemel zonder lichtvervuiling zijn we getuige van een waanzinnige sterrenhemel alvorens ik de stapschoenen uittrap en me in het bunk bed hijs om nog wat te lezen. Tom besluit nog even te genieten van de nachtelijke outback.
ochtend in emu creek
De bedrijvigheid start vroeg in het cattle station. Toch speelt alles zich af op geruime afstand van ons kampeerplekje waar het nog muisstil is. Het is vroeg. Om 6 uur ga ik met het fotoapparaat op pad om het ontwaken van de omgeving vast te leggen. De ochtendzon kleurt de spierwitte gum trees zacht oranje. De reflectie van de bomen in het water is schilderachtig mooi.
Wow… Nature is perfect.
Na de ochtendwandeling zak ik af naar het badkamerhuisje aan het huis.
Ik duw de geruite gordijntjes even opzij en zie door het raam een oude badkuip, een waterreservoir en een verroeste windmolen naast een schuur vol landbouw voertuigen.
Als dit geen typisch beeld is voor een cattle farm in de Australische outback? Na de douche stap ik terug in mijn boots, zet mijn brede hoed op het hoofd en slof door het droge zand naar de rivier. Dit is een plek in Western Australia met best wel een heel hoog Western gehalte. De schuur vol landbouwmateriaal en de werkhond staan klaar om in actie te schieten.
Vlakbij de camping werd in 2020 een kleine doucheblok (2 douches/2 toiletten) met golfplaten gebouwd. Er is nog steeds geen elektriciteit, just the basics. Je betaalt 25 USD voor een unpowered site maar de belevenis is echt wel uniek!
De bedrijvigheid aan de oever is eveneens gestart. Een wigstaartarend vliegt op en kleine vogeltjes fluiten dat het een lieve lust is.
Koffie, een boterham met choco en een zicht om helemaal stil van te worden. Zo start ik de dag. Ik kan me geen serenere campingplek voorstellen. En we hebben er hier verdorie al een heel aantal meegemaakt.
Vogelliefhebbers zitten hier alleszins goed. Vlak naast ons verzamelt zich een hele familie galahs (roze kaketoes).
staatsvijand nummer 1
Terwijl ik de kat des huizes aai, vertelt de gastvrouw dat er een kater rondloopt die ze willen afschieten. “Excuse me?” Reageer ik verschrikt. Op de vraag waarom ze haar kat niet gewoon laat steriliseren, krijg ik spottend het antwoord: “Sure, the vet is only 150 km away'” OK, niet alles is hier evident en rozengeur en maneschijn. Een afgelegen plek als deze heeft ook scherpe kantjes.
Katten zijn staatsvijand nummer 1 in Australië voegt Joyce er aan toe. Ze zijn heel destructief voor de lokale fauna. En dat kan ik op zich wel begrijpen maar het is toch niet de kat die deze situatie heeft gecreëerd?
In de 17e eeuw werd de kat meegebracht naar de nieuwe kolonie en sindsdien is het uit de hand gelopen. Zo roeide de kat al een aantal lokale diersoorten uit. De bezorgdheid is groot. Australië herbergt unieke fauna. Zo’n 80% van deze zoogdieren en 45% van de vogels komen enkel en alleen in Australië voor.
In 2015 kondigde Australië een plan aan om miljoenen katten af te maken. Dat haalde de internationale pers. Er kwam veel kritiek op, zelfs vanuit natuurbeheerders. Nog steeds wordt de aanpak in vraag gesteld aangezien de methodes allerminst diervriendelijk zijn. Ze gaan voorbij aan een ethische manier om het probleem aan te pakken en het zou tegelijk ook geen effectieve aanpak zijn. Het huisdierenbeleid in dorpjes als Tom Price is eveneens gericht op een betere controle van honden en katten, maar op een heel andere manier. De eigenaars van de hond en kat moeten deze registreren en steriel laten maken.
Om een eindeloze discussie te vermijden, polsen we naar het weer en of het met de steeds toenemende droogte geen probleem voor hen wordt op termijn. Een veiliger onderwerp dacht ik… Oh boy, was I wrong…
climate change en koeienmest
Emu Creek heeft een eigen weerstation. “All that crap about climate change. Climate is not changing at all”, zegt Joyce resoluut. De data van het weerstation dat al ruim 100 jaar registreert bewijzen dat. Er is echt niets mis met het klimaat. OK, ook geen onderwerp om verder over in discussie te gaan. Ik por Tom in zijn zij. Tijd om aan onze selfdrive te beginnen. Joyce toont de richting aan waar men aan het werk is en waar men ons verder de juiste richting zal uitsturen.
Koeienstront brengt geld op. Een zak is 25USD waard als uitstekende bemesting. Met zoveel vee op hun landgoed ligt de kar al snel vol met zakken koeienvlaaien. Of al dat vee dan niet bijdraagt aan de klimaatverandering? Dat is hier al helemaal taboe als onderwerp.
Terwijl Darrell en zijn werkers vlijtig verder scheppen, starten we een rondrit op het uitgestrekte landgoed richting Tim’s dam. Darrell is niet zeker of alle stukken in orde zijn. Het is al even geleden dat hij er was geraakt. En sommige gates waren stuk. Een landgoed van 200 000 hectaren onderhouden is een huzarenklus. “Please remember to close the gates”, benadrukt hij nog. Het is niet de bedoeling dat het vee hier vrij op wandel gaat.
Controle op waar ze lopen en of er voldoende drinkwater is, is van levensbelang. In 2014 registreerde het weerstation van Emu Creek een recordaantal van 67 dagen met temperaturen boven de 40°C. Nothing to do with climate change …
self drive emu creek
Eerst het vee en dan de sporen volgen raadt Darrell aan.
Het vee mennen we de droge rivierbedding door. Aan het eerst hek moeten we meteen rechtsaf.
Een aantal doorgangen verder zijn we in het stoffige rode zand al snel het spoor kwijt.
Een belangrijke regel van Emu Creek is om zelf geen nieuwe sporen te maken. Daar sta je dan…
Na 25 km stoppen we in woestijnlandschap waar we totaal geen richting hebben welke kant we verder uit moeten. Een massa kleine hagedissen rent intussen van hot naar her door de stugge toefjes woestijngras.
Terwijl Tom zich probeert te oriënteren, spring ik uit de camper om foto’s te nemen. Heet heet heet! Alsof ik alweer in een bakoven stap waar je de hete dampen ziet golven. Ik klauter terug de camper in en puf het zwetend uit van slechts luttele seconden buiten.
Er is geen wolkje aan de hemel en de hitte is moordend. We proberen zo goed mogelijk onze eigen sporen in het zand te volgen terug naar de oprit van 22 km die ons naar de Coastal Highway brengt.
Na het vele rood in het landschap bij Emu Creek zijn we op weg naar het blauw van het Ningaloo Reef en Shark Bay.
Zijn we de outback al beu? Echt niet, maar we moeten terug richting kust en het zuiden waar we de road trip eindigen in Perth Hills. Er staat ons alleszins nog heel wat moois te wachten…
UTT score
Je kan niet verder dan de massa zitten dan hier. Behalve de lokale bedrijvigheid van het cattle station dat zich verder weg van de rivier afspeelt, is het hier muisstil op natuurgeluiden na. Wie wilt kan trouwens met de kayak de rivier op. Het domein is uitgestrekt met vele ongerepte stukken woestijn vol unieke fauna en flora.
Laatste update: 2 mei 2020