Rust vinden in de Ardèche, in één van de populairste regio’s van Frankrijk. Niet evident. Toch heeft deze regio zoveel opties dat logeren en wandelen weg van de massa mogelijk is. Verdwaal tussendoor in steegjes in Middeleeuwse dorpjes.
- Gallo-Romeins dorp Alba La Romaine
- Middeleeuws dorp Vogüé
- Logeren in de Ardèche
- Wandeling Moulin de Marceau in Planzolles
- Wandeling Bois de Païolive
- Middeleeuwse dorpjes in de Ardèche
- Wandelen in afgelegen Thines
- Het weer in de Ardèche
- Vulkanen en watervallen in het noorden van de Ardèche
- Middeleeuws dorp Antraigues-Sur-Volane
- Afronden met de trekpleister van de Ardèche
Vanuit Limburg is het 950 km en bijna 10 u rijden. We plannen net als de rit naar de Morvan een tussenstop heen en terug in. Daardoor pikken we het kleurrijke Kaysersberg in de Elzas mee. En mooi meegenomen: we vermijden zo een zwarte zaterdag op de Route du Soleil.
Gallo-Romeins dorp Alba La Romaine
Vlak voor Alba La Romaine pronkt een oude aquaduct.

Het dorp is ook bekend om de archeologische overblijfselen van Romeinse thermen en een arena.

We bezoeken het dorp onderweg naar ons logement als een koffiestop en om even de benen te strekken in het zonnetje. De robuuste stenen huizen met accenten van lichtblauw en het oude kasteel contrasteren tegen een felblauwe hemel.


Het is muisstil in het Gallo-Romeinse dorp. De woelige geschiedenis en een drievoudige heropbouw is er niet aan te merken. Het dorp straalt één en al sereniteit uit.

We zijn hier blijkbaar tijdens de siësta. Een slapende hond verspert de ingang naar het 12de eeuwse kasteel. Een kat relaxt voor een gesloten restaurantje. Er is geen mens op straat.

De zonnestralen bereiken amper de grond in smalle stegen geflankeerd door metersdikke muren waar je onder stenen gewelven en groene hangplanten wandelt. En dat maakt het heel aangenaam verkennen als het 32 graden is.




Tijd voor een koffie op een terrasje bij de ingang van het dorp. En dat dorp legt onze verwachtingen meteen heel hoog. Wat een mooi begin van ons bezoek aan de Ardèche.

Voorbij Alba la Romaine is een view point met uitzicht over het landschap aan de voet van het Massif du Coiron. Het panorama houdt mijn blik gevangen. Ik spring op blote voeten de auto uit en trap net niet op een gigantische dennenappel. Wow, what a view!


Intussen plingt mijn smartphone: onze host vraagt om hoe laat we arriveren. In principe over een half uurtje maar er staat nog een scenic stop op onze route. En dat is er eentje waar je moeilijk naast kan kijken.
Middeleeuws dorp Vogüé

We slaan rechtsaf naar Vogüé. De eenrichtingsweg aan de torenhoge brug staat vol geparkeerd.

Vogüé is niet bepaald weg van de massa. En dat is een understatement. Vogüé trekt een massa bezoekers aan. Niet alleen omwille van de spectaculaire ligging hoog op de rotsen. De brede Ardèche rivier onder de imposante brug zorgt in de zomer voor de nodige afkoeling en leent zich perfect voor kanotochten.




Beslist charmant, maar voor ons te druk. Opgelucht ruilen we voorbij Vogüé de wijngaarden in voor bossen. Het is zalig stil onder de bomen. De baan kronkelt langs stenen muurtjes over oude brugjes langs romantische landhuizen met bordeaux blaffeturen.


En dan draaien we de oprit op van ‘Pratazegat’, zo’n typisch Ardèchoise huis.
Logeren in de Ardèche
De Ardèche is één van de drukst bezochte regio’s van Frankrijk. Aan campings en vakantiehuisjes is hier geen gebrek. Ook karakteristiek logement zoals de kamers in het 17e eeuwse gebouw van Les 3 Moulin in Faugères valt bij reizigers in de smaak.

Het natuurhuisje in Glux-en-Glenne had de lat heel hoog gelegd. Toch vinden we op de valreep dit charmante huis op een afgelegen groot domein.

Pratazegat was ooit een zijderupskwekerij. Nu bestaat het uit 2 woonunits. De eigenaars wonen op de bovenverdieping. De rustieke verdieping op het gelijkvloers wordt verhuurd als vakantiehuisje. Behalve een woonruimte met open keuken zijn er 2 slaapkamers.

Het gezellige privéterras kijkt uit op een tuintje. Perfect.

Het is 32°C. We sluiten de krakende blaffeturen om de hitte buiten te houden en genieten iets later van een kaasplank onder de koelte van de lage kruin van de lindeboom. En van stilte op een zomeravond… Die stilte is goud waard.
De ligging is perfect. Pratazegat bevindt zich in de groene heuvels tussen Faugères en Payzac. Je logeert er weg van de massa en toch op vlotte rijafstand van vele wandelingen en karakteristieke dorpjes.

Wie meer faciliteiten in de omgeving wenst zoals winkels en restaurants opteert best voor een ander adresje. Afgelegen is net wat wij zoeken. Met een weekvoorraadje aan voedingswaren moeten we enkel brood, een lokaal wijntje en kaas bijkopen.
Wandeling Moulin de Marceau in Planzolles
Er zijn ruim 6000 km aan wandelpaden in de Ardèche. Keuze genoeg. Al snel zie je het bos door de bomen niet meer. Zoek op deze interactieve kaart of op deze link.
Wij starten met een wandeling op 6 km van ons logement.



Aan de kerk van Planzolles vertrekt een gevarieerde wandeling van 7 km de vallei in. Na een smal graspad loop je even langs een rustige baan met vergezichten op dorpjes tegen de helling.


Dankbaar draaien we linksaf een landwegje in. Oef, op asfalt lopen is niet echt mijn ding.



Insecten zoemen enthousiast boven de veldbloemen terwijl wij stiekem proeven van braambessen, vijgen en druifjes langs het pad.



Moulin de Marceau stelt niet zoveel voor. De omgeving is wel rustgevend en een ideaal plekje om te picknicken. Een grote kikker baadt in het waterbassin van de molen terwijl insecten af en aan vliegen tot er eentje op zijn rug landt. Geen idee wat daar de bedoeling van is…

Een hangbrug bij de molen doet vermoeden dat je daar de wandeling verderzet. Dat is fout. Wandel tot de laatste splitsing terug naar boven en sla dan linksaf.


Het is zalig wandelen onder de bomen. Een glooiend tapijt van droge dennennaalden knispert onder onze voeten. Dat is het enige geluid op zacht geruis van de wind na. Genieten…
Smalle paadjes brengen ons langs een mastodont van een spookgebouw en terug verder onder de bomen.




Zonlicht flikkert vrolijk door de blaadjes van knoestige eikenbomen tot je onopgemerkt terug bovenaan de vallei staat. Deze wandeling is beslist weg van de massa. We zagen onderweg geen andere wandelaars. De kans is klein dat de volgende wandeling even rustig zal zijn…

Wandeling Bois de Païolive
Wandelen door een sprookjesbos vol witte eiken, grillige rotsformaties en langs steile kliffen. Het klinkt als muziek in de oren. We gaan vroeg in de ochtend en parkeren op – de nog verlaten – parking Lestong.

Vroeg vertrekken betekent: wandelen voor de hitte en mijden van drukte. Dit wandelpad is immers niet onbekend. De parkings staan tegen de middag overvol.

We wandelen de gele én de blauwe route. Het smalle pad loopt rakelings langs steile rotskliffen.


In de schaduw van de canyon kronkelt de Chassezac rivier als een zwarte slang door het landschap.

We springen van rots tot rots over diepe spleten in de ondergrond.

De gele route duikt vervolgens het bos in. Lichtgroene korstmossen en donkergroene mossen geven de grillige bomen iets mysterieus.



Wandelen in stilte zonder volk rond je betekent meer kans om dieren te zien. Net als ik stop met het scannen van de omgeving wordt mijn beeld gefotobombed door een hagedis. Uiteraard, als je niet meer zoekt, komen ze voor je neus zitten.



Langs de blauwe route ligt het Ermitage, een oud kloostergebouw, hoog op de rand van de klif.

Vlakbij heb je een adembenemend uitzicht over het landschap onder je.

Het laatste stuk – bij de start van de blauwe route aan parking 2 – wordt drukker. Toch vinden we een rustig plekje bij rotsen met diepe spleten. Geen mens in de buurt, maar een vlinder die rond ons fladdert om het zoute zweet van onze armen te likken. En dat is er beslist voldoende bij 33°C.


Je kan in Bois de Païolive niet naast de bekendste rotsformatie ‘l ours et le lion’ kijken – pal langs de weg bij parking 1.



Van al dat wandelen krijg je honger. Vlakbij rij je over de Chassezac rivier tot in Les Vans met talrijke restaurantjes en supermarkten.
Middeleeuwse dorpjes in de Ardèche
Op zoek naar rust weg van de massa. Toch besluiten we een gok te wagen. Die middeleeuwse dorpjes zijn te mooi om links te laten liggen. Vanuit Payzac rijden we langs pittige haarspeldbochten en tuffen achter een druivenplukmachine tot in de vallei.
Joyeuse

Op woensdag is het markt in Joyeuse, de grootste markt met regionale producten in het zuiden van de Ardèche. En dat merken we meteen. Op een hete dag met mondmasker op een overvolle markt. Neen, bedankt.


We duiken dan maar een hoge stenen poort onder waar je je plots in ondergrondse kerkers van een kasteel waant – als je de graffiti even wegdenkt. Op elk moment verwacht je een schildknaap voor je neus.

Het is er koel en muisstil. De steeg brengt ons in een middeleeuws straatje met nostalgische winkeltjes. Iedereen zit duidelijk op de markt. Toch zetten we vrij snel koers naar het volgende dorp.
Hoe dieper we de vallei inrijden, hoe drukker het wordt. De weg naar Balazuc gaat uiteindelijk weer omhoog langs kale dorre heuvels. We zijn onderweg naar één van de mooiste dorpjes van Frankrijk, dus niet weg van de massa. Niet te verwonderen. Het zicht op het dorp op de heuvel pal naast de oever van de rivier de Ardèche en hoge rotswanden kan je niet anders dan picture perfect noemen.
Balazuc


Aan het strandje onder de hoge stenen brug peddelen talrijke rode kayaks. De betaalde parkings staan vol. De steile baan slingert rakelings langs ruwe stenen huizen omhoog tot we tegenover de kerk stoppen voor een café noisette (en gratis parking bij de taverne).


Het oude vestigingsdorp wordt druk bezocht, dat is duidelijk. Zowat iedereen wandelt de heuvel omlaag naar het strandje. Wij blijven op de heuveltop bij de kerk en het oude centrum.



Het is heerlijk verdwalen in de smalle kobbelstenen steegjes bij 33°C. We raken niet uitgekeken op de nostalgische omgeving vol Saraceense en Romaanse elementen. De wirwar aan rustieke trapjes en gewelfde plafonds waar je onder wandelt, doet ons in stilte genieten.

Kan het nog romantischer? Ja het kan nog romantischer. Alsof we onder het balkon van Romeo en Julia wandelen, toch? Je zou denken dat je het na een tijdje wel hebt gezien na enkele schattige middeleeuwse stadjes. Toch niet. Ze hebben elk hun eigen charme. Ik kuier er met plezier omhoog starend naar de robuuste kalkstenen muren me inbeeldend hoe in vervlogen tijden het dagelijkse leven zich hier afspeelde.

En dan poef, weg rust. Het is even schrikken als we in het veel drukkere Ruoms iets eten waar het langs de brede winkelwandelstraat bulkt van de winkeltjes, de restaurants en de vele toeristen.

Toch kan je ook hier de prachtige natuur in. Bij voorkeur in de ochtend wandel je hier het mooie Circuit des gens wandeltrail van 9 km. Na de lunch zakken wij echter af naar het kleinere Labeaume voor afkoeling in de Beaume, een zijrivier van de Ardèche.
Labeaume
Labeaume is minder toeristisch dan Balazuc. Op een zomerse dag trekt het echter ruim voldoende bezoekers aan. Daar zit de verkoelende rivier La Beaume tussen die onder (en bij hoogwater over) de lage stenen brug stroomt. En die afkoeling is ook de reden waarom we hier zijn.

De parking bij het water is volgens een papier op een nadarhek volzet. Het lukt Tom om steeds voor de deur te parkeren. En ja hoor, een plekje – op de voor de rest overvolle parking- wacht op ons.

Weg van de massa in een populair dorpje? Dat betekent iets verder wandelen langs paadjes die de meesten mijden. Takjes stug struikgewas zwiepen tegen mijn benen vooraleer we de waterschoenen aantrekken om door de ondiepe rivier te waden.

We volgen niet onze neus maar ons gehoor. Van zodra het gejoel van het strandje aan de parking verstomt, stoppen we aan aan de overkant op een rustig plekje. Ik nestel me op het zachte zand onder een boom die de zonnestralen optimaal filtert. Zalig. Hitte, rust en een goed boek. Meer heb ik niet nodig. Straks nog even wandelen.

Tegenover dit plekje kruipt een wandelpad langs de oever omhoog tegen de steile rotswand. Het uitzicht is indrukwekkend, de hitte ook. De zon brandt intussen 34 graden en weerkaatst haar hete stralen tegen de rotswand. Alsof je in een bakoven wandelt. Gelukkig lonkt onder je de afkoeling van de rivier.



Labeaume is omringd door kliffen waar vroeger woningen in werden uitgegraven. Wandel door smalle doorgangen langs charmante winkeltjes in stenen gevels en kijk toe hoe locals jeu de boules spelen.






Meer zien in de omgeving? Je vindt er tijdens diverse wandelingen niet minder dan 142 hunnebedden, de grootste concentratie in Europa.
Wij ronden de tropische namiddag af met een sorbet op het charmante pleintje bij de kerk.

Wandelen in afgelegen Thines
Thines ligt in Mont d’Ardèche waar je langs bochtige bergbaantjes door groene heuvels tot kale plateaus rijdt.




Thines is een afgelegen dorpje met 248 inwoners. De onstuimige rivier de Thine snijdt er door een groene vallei vol dennenbossen en kastanjebomen. Het Romaanse kerkje uit de 12de eeuw prijkt statig boven oude huisjes met leistenen daken. De oude charme van het dorp wilt men bewaren. Daarom mag de auto het dorp niet in. Je parkeert op 900 m van de ingang.

Wandel niet langs de baan naar het dorp maar langs het 600 meter lange ‘Sentier des Poètes’, een wandelpad onder de bomen met gedichten en zitbankjes.


Het is muisstil in Thines als we door de smalle inkom van het dorp wandelen. Lege stoeltjes en een ligbed met wit metalen frame staan als een stilleven langs de rand van het dorp. Stapels hout liggen onder gewelfde muurtjes van stenen huizen die schuin tegen elkaar aanleunen. Het lijkt op een kaartenhuisje dat elk moment kan instorten.


Klimop en veldbloemen fleuren de ruwe stenen op. Intussen geeft de serene sfeer in het dorp en het uitzicht op de groene vallei energie. Als wandelaar en rustzoeker kan je het niet beter treffen.


Keuze genoeg aan wandelroutes. We opteren voor een combinatie van route 12 (het zigzag gedeelte) en 28. De kleur of het cijfer van de routes op het infobord vind je niet terug op de bewegwijzering, wel de richting waarin je wandelt.
Een smal rotsig paadje volgt nauwgezet de hoogtelijn van de helling. Het pad kronkelt langs diverse vegetatie nu eens in de volle zon, dan weer in de schaduw. En die afwisseling doet goed. Zeker als het zo heet is als vandaag. We starten bij 23°C en eindigen bij 35°C.
Wandel even virtueel mee 🙂

Genetkat in Thines
Aan een stenen brugje over een droge rivierbedding zien we een uit de kluiten gewassen haarbal, duidelijk niet van een gewone kat. Iets verderop is een kuil gegraven met uitwerpselen, een territoriale boodschap. Na wat opzoekwerk komen we terecht bij de genetkat.
De genetkat leeft in rotsachtig terrein weg van de mens met een voorkeur voor bosrijke gebieden, vaak in de nabijheid van beekjes en in rotsachtig terrein, begroeid met struiken. Ik maak me geen illusies om de wilde kat hier te zien. Het beestje is ’s nachts actief en slaapt overdag. Je zou voor minder bij deze hitte.

De leistenen rotswand weerkaatst de hitte van de zon. Hoe deugd de hitte ook doet voor mijn spieren, het is puffen als je in volle zon wandelt. Gelukkig duikt het pad al snel weer onder de verkoelende bomen.
Eten in Thines

Het dorp is nooit ver uit het zicht. Dat betekent ook dat je ziet dat er nog een flinke klim wacht vooraleer je kan lunchen. Met een verhit hoofd komen we aan bij Auberge de Thines, de enige plek waar je kan eten. Onderweg zagen we geen levende ziel. Hier komen op de middag plots een tiental andere wandelaars tevoorschijn die net op hetzelfde moment honger hebben.

De kranige oude gastvrouw in een slobberende overall deelt luidruchtig orders uit: “Visitez l’église, un quart d’heure” “Vous deux, attendez sur le banc, en 5 minutes il y a de la place pour deux”.
“Pourquoi arrivez-vous tous en même temps?” roep ze gefrustreerd met de handen in de lucht. Het is show. Je ziet dat ze geniet van de beperkte bedrijvigheid die het dorp kent. Ik hou mijn hoofd onder het waterkraantje aan de indrukwekkende Romaanse kerk alvorens we instructies krijgen om aan te schuiven aan een tafeltje in een steegje waar een koele bries waait. Afkoeling en eten. Perfect. Uitgehongerd slaan we toe.


Afkoelen in Thines
De hitte duwt ons na de lunch naar water. Daar heeft de Ardèche gelukkig genoeg van. Het pad naar Pont de Gounier zigzagt 400 meter – al lijkt dat veel langer – steil omlaag onder de bomen.

Vanop de hoge stenen brug kijken we naar de grote witte gladde rotsen onder ons waartussen helder water van de Thines stroomt. We scannen de oevers op zoek naar een pad omlaag. En dat is er, zij het ietwat avontuurlijk. Via metalen ijzers klauteren we omlaag.


Het koele bergwater stroomt tussen en over gladde rotsblokken. Op blote voeten laat ik me verder omlaag glijden in het water. Dat doet deugd. In de hoeken van de witte rotsen hangen spinnenwebben die wachten op een prooi die verblind door de weerkaatsing in hun netten sukkelt. Eentje heeft net beet.


Nadien geniet je hier gratis van hot stone therapie. Ah, the good life.
The only way is up
En dan is het kiezen. Terug die steile klim omhoog naar het dorpje? Of 100 meter wandelen tot een baan waar Tom me een uurtje later kan oppikken? Het verstandigste is om voor de laatste optie te kiezen. Iets had mijn aandacht getrokken in het dorp. We gaan voor de klim omhoog. “Oh, neen, daar gaat ze weer”, hoor ik mijn lijf mopperen. Ik bereid me voor op de prijs die ik nadien zal moeten betalen voor een extra klim en een heup die daar allerminst mee opgezet is. Maar ik heb een doel voor ogen…

Langzaam maar zeker slenter ik terug de steile helling omhoog bij 35°C. De spieren zijn goed opgewarmd. Dat helpt het lijf kalmeren. Het hoofd daarentegen is intussen flink verhit. Net op het nippertje zet ik voet op het brandende asfalt. Ik strompel blindelings La Maison de Gerboul in, bestel wat me dat laatste half uurtje op de been heeft gehouden en geniet met volle teugen van de beloning: een chocolat moelleux met ijs 🙂


Moe maar voldaan. Tijd om terug naar ons logement te rijden via bochtige baantjes op het plateau.
Het weer in de Ardèche
De Ardèche kent een zeeklimaat. In de zomer baadt de regio volop in de zon bij hoge temperaturen. In de winter kan het in de heuvels flink afkoelen. Tijdens ons verblijf – eind augustus –genieten we dagelijks van helderblauwe hemel, zonneschijn en temperaturen van 30°C tot 35°C.

Tot de tropisch geladen lucht de volgende dag een breekpunt bereikt met een verademing voor de natuur en een genot voor elke stormliefhebber: een onweer. Terwijl ik mijn verslag van gisteren schrijf, schuift donkere lucht achter mijn scherm. Snel doe ik wat aan mijn voeten, wandel de oprit af tot ik op straat beter uitzicht heb. Wow, die lucht!

Hemellicht kleurt de lucht paars. Achter me roffelt de donder. Een grijze wolkenmassa schuift dreigend dichter en de wind steekt op als ik een kort filmpje maak. Ik besef dat ik moet rennen als ik droog wil blijven.
Eensklaps gaan de sluizen open. Ik haal het net niet. De regen slaat keihard neer op het terras en wind rukt aan de kruin van de lindeboom. Ik plooi mijn laptop dicht en neem het nat gespetterde toetsenbord mee naar binnen. Blozend glunder ik naar de tuin die een flinke dosis regenwater ontvangt. Benieuwd hoe droog Tom het onderweg met de MTB kan houden. Ik neem er een koffie bij en geniet met volle teugen van het onweer dat de vallei vult. Hoe zalig is dit 🙂
Twee uur later komt Tom aan. Na een half uur noodgedwongen schuilen, fietste hij vlak voor zonsondergang nog gezellig langs paadjes en wijngaarden waar het geen druppel heeft geregend.


Vulkanen en watervallen in het noorden van de Ardèche
Vulkaan Gravenne de Montpezat

De volgende dag start met motregen. De lucht kleurt even grijs als de stenen huizen. In het dal steken oranje dakpannen van een afgelegen landgoed af tegen de witte nevel die in slierten tussen de groene heuvels hangt. Het beeld is anders dan de strakblauwe hemel en de tropisch hete zon van de voorbije dagen. Toch heeft het iets sereen. Het laat je alsnog meer genieten van de natuur rond je. En die natuur kreeg hier vorm door vulkanisme.

De Montpezat regio telt 5 oude vulkanen. Valleien werden uitgesneden door rivieren die elkaar aan de voet van het kasteel van Pourcheyrolles ontmoeten.

Wie op een oude vulkaan wilt wandelen heeft hier keuze genoeg. De ene beklimming gaat over een kale heuveltop, de andere onder een dichtbegroeid kastanjebos. Wij opteren voor de laatste optie op de Gravenne de Montpezat, een stromboliet van 806 meter hoogte.
De brede bosweg onder talrijke kastanjebomen kan me iets minder bekoren. Verwondering in de natuur komt beter tot haar recht op een iets uitdagender single track dat kriskras door het landschap slingert. We snuiven wel met volle teugen de petrichor op die de natte bosbodem vrijgeeft.


Château en Cascade Pourcheyrolles

In Montpezat-sous-Bauzon lijkt de ruïne van het kasteel op de rand van een basaltklif bijna vergroeid met de rotswand. Rechts daarvan bevindt zich cascade de Pourcheyrolles. Een steile wandeling naar de waterval – na een hete zomer slechts een klein straaltje – gaat eerst omlaag naar de rivier.


Om de waterval van Pourcheyrolles te bereiken moet je de rivier over. Helaas ontbreekt het ons aan tijd.

Waterval Ray-Pic
We rijden noordelijker naar Péreyres voor een wel heel indrukwekkende waterval.


Het is hier hoger en dus koeler. 14°C en een gure wind doen me diep in mijn jas kruipen en in het ouderwetse cafeetje schuilen voor een bord met kaas.

Brrr… 20 graden verschil met eergisteren. Waar is die 34°C heen? We wandelen de spieren dan maar warm.

Het mooie wandelpad langs treden van dikke balken over knoestige wortels en ruwe rotsen brengt je langs een verrassend landschap van granietrotsen en basaltkolommen.




De waterval van Ray-Pic stort zich 60 meter omlaag. Het is echter de waaier aan basaltgesteente die de aandacht opeist. Het doet me denken aan de basaltkolommen van de Giant’s Causeway in Noord-Ierland. Hoe strak de natuur zo’n geometrische vormen sculptuurt, het blijft me verbazen.



Cascade du Ray-Pic zou één van de mooiste zijn in de Ardèche. Niet zozeer het neerstortende water maakt de waterval zo uniek. Ray-Pic was duizenden jaren geleden een actieve vulkaan. Grote lavastromen – tot 20 km lang – boorden zich door het landschap wat een omgeving van basaltzuilen en de waterval deed ontstaan. Reeds in 1931 werd de omgeving rond cascade du Ray-Pic uitgeroepen tot een van de belangrijkste natuurgebieden in de streek en kreeg het een beschermde status.

Langs sucs en dalen in de Ardèche

2 typische landschappen van de Ardèche ontmoeten elkaar hier: het hoogplateau en de Cevenne vallei met vruchtbare terrassen en bossen. Het hoogplateau (op 1000 meter en hoger) wordt gekenmerkt door sporen van vulkanisme.


Sucs zijn overblijfselen van vulkanen. Hun bolle toppen – het gestolde binnenste van een oude krater – duwen zich omhoog door een uitgestrekt kaal prairielandschap vol koeien en paarden. Wie tijd heeft, kan op de Mount Gerbier de Jonc of de Tour du Montfol wandelen.

Middeleeuws dorp Antraigues-Sur-Volane

Klein maar schattig. Na onze portie aan middeleeuwse dorpen, kan dit dorpje ons beslist nog charmeren. Hoog op een top in een vallei met een helder riviertje onderaan, een oud kerkje dat erboven uit prikt, steile kobbelstenen steegjes, ruwe trapjes, bloemen en tierlantijntjes die het nog meer op vrolijken en een klein pleintje met terrasjes. De Franse zanger Jean Ferrat koos dit dorpje niet zomaar uit om er zich te vestigen.




Antraigues Sur Volane ligt in een rustig gedeelte van de Ardèche. Het lijkt ons net als Faugères een ideale uitvalsbasis om de indrukwekkende natuur te bezichtigen, maar dan in het meer bergachtige noorden.



Behalve in gîtes zoals Le Boustrophédon in het centrum kan je met meer comfort iets verderop logeren in l’ Angelot. Waar de omgeving net voorbij Antraigues nog lieflijk aandoet, haalt Vals-les-Bains ons met een ruk uit de idyllische omgeving. Trieste blokkendozen, flats en industrie tekenen de omgeving. We zijn niet onder de indruk. Alsof we door het lelijkste dorp van de Ardèche rijden. Niet alleen het water Vals, ook de kastanjes worden hier massaal verwerkt.

Het bruine goud is het hoofdingrediënt van streekproducten zoals koekjes met kastanjemeel, kastanjeconfituur en – paté en nog vele andere gerechten. Van kastanjehout worden dan weer meubels en werktuigen gemaakt.

We keren terug zuidwaarts via de drukke vallei aan Aubenas en sturen de wagen vervolgens langs hoge beuken naar Faugères.
Afronden met de trekpleister van de Ardèche

De populairste plek van de Ardèche hebben we bewust gemeden. Toch pikken we huiswaarts de scenic route langs de bergpas door Gorges d’Ardèche mee. We struikelen eerst over excursiebedrijfjes en campings bij Vallon Pont d’ Arc. In de zomer rij je deze rit in file langs talrijke view points in een indrukwekkend natuurreservaat.

Grotten en ravijnen werden door de rivier de Ardèche uitgesleten in de kalkstenen rotsen. Die rivier heeft tijdens de zomer een recordaantal aan kayaks te verwerken. Wij zijn hier vroeg in de ochtend en zien amper een kayak op de rivier of een auto op de baan. Perfect!

De 66 meter hoge Pont d’Arc weerspiegelt in de ochtendzon in het water van de Ardèche. De adembenemende uitzichten stapelen zich vervolgens op.





Onderweg zien we berggeitjes langs de weg. Ook zij genieten duidelijk van het uitzicht 🙂

UTT Score
Weg van de massa in de ardeche? Yes, you can!
De spectaculaire Gorges d’Ardèche en de vele pittoreske middeleeuwse dorpjes trekken hun aandeel aan bezoekers. Toch kan je op elk moment weg van de drukte. Of je gaat op een vroeg tijdstip of je verlaat de hoofdstraat en de bezienswaardigheden die anderen op het lijstje hebben staan.
Rust vinden in de Ardèche was onze missie. En die missie is geslaagd. Zowel in de natuur als in verlaten steegjes in middeleeuwse dorpjes vonden we stilte. Aan natuurschoon is er in de Ardèche geen tekort. Integendeel. We stonden versteld van de diversiteit aan vegetatie en landschappen. Van de diep uitgesneden canyons in het zuidoosten tot de groene bosrijke heuvels in het zuiden en het meer bergachtige noorden.
Op enkele roofvogels, hagedisjes en insecten na, zagen we weinig wildlife. Dat is er wel, maar laat zich niet zo vlot zien.

Dieren helpen
Voor wilde dieren in de problemen, kan je terecht bij een gespecialiseerd opvangcentrum ten noorden van de Ardèche (niet in het departement zelf) of in een opvangcentrum ten zuiden in Laroque.
Laatste update: 12 september 2020