Zet als natuur- en dierenliefhebber in Sri Lanka zeker het Maduru Nationaal Park op de planning. Van Negombo reis je met tussenstop in Dambulla naar het afgelegen Maha Oya.
Zo opgelucht. Ik haal diep adem en stap glimlachend en mankend op de vlucht in Düsseldorf. Aftellen naar de warmte is altijd een opdracht. Deze keer was het een ware beproeving. Na weken van fibropijn in een grijze en natte januarimaand en een cortisonespuit in de knie mistrap ik me de dag voor vertrek op de trappen op het werk. Great! Met ijszakken op de enkels tijdens een laatste overleg, sloot ik de laptop af en reed naar huis. Intussen gesp ik de gordel aan en draaien de motoren. Ik kan niet wachten om in de warmte uit te stappen. Deze keer niet in het tropische Costa Rica maar in het tropische Sri Lanka met het afgelegen Maha Oya op de planning.
VIA ABU DHABI naar sri lanka
Ook het voorbereiden van deze rondreis was een uitdaging. De meeste routes gaan langs de drukste plekken. En die willen we uiteraard net mijden. Een visum voor Sri Lanka regelen, ging wel vlot. Dat gebeurt online.
De korte nachtvlucht van 5 uur komt met vertraging in Abu Dhabi aan waar onze connecting flight op punt staat te vertrekken. We zijn niet de enige die deze vlucht zullen missen. De tengere hostess van Emirates loodst ons behendig op haar hoge klikklakkende hakjes langs de vele wachtrijen tot onze gate die al 20 minuten gesloten is. Oef, we zijn mee! Na 4 uur vliegen komen we doodmoe aan in Colombo waar we de shuttle nemen naar Negombo.
De aankomst is in een bakoven van 35°C bij 80% vochtigheid. De vermoeidheid, de pijnlijke spieren van de vlucht en de jetlag zorgen voor een uitdagende start. Al knikkebollend staar ik tijdens het avondeten naar de zonsondergang op het strand van Negombo. Half slaapwandelend mank ik naar ons logement in Serendib Village Guesthouse.
Mijn geest juicht vermoeid: we zijn in de tropen!
SERENDIB VILLAGE GUESTHOUSE in negombo
De dag start in een relaxte en groene omgeving. Een katergevoel blijft me nog tot de volgende dag achtervolgen. In Serendib Village kan je wel perfect acclimatiseren voor je het rumoerige Negombo intrekt.
Het gasthuis heeft comfortabele kamers met airco, een zwembad, een tuin met hangzetels en een terras bij het groene kanaal waar je behalve afval ook varanen en vogels kan spotten.
De uitbaters ontfermen zich over de zwerfdieren in de nabijgelegen straatjes. Ze zijn dankbaar voor de beloofde donatie aan ontvlooiings- en ontwormingsproducten Diezelfde dag meldt een medewerker van het gasthuis dat ze een aangereden katje proberen te vangen. We helpen met tips om het te pakken vooraleer ze ermee naar de dierenarts rijden. Behalve een oase van rust zit je in dit mooie guesthouse dus ook bij echte dierenvrienden. Zelfs hun tuktuk is toepasselijk versierd.
NEGOMBO
Negombo is een vissersdorp 30 km ten noorden van Colombo. Wie het drukke Colombo wilt overslaan, start de rondreis in Negombo. Een tuktuk rijdt ons rond in een kakofonie aan geluiden, geuren en kleuren.
De aanslag op mijn zintuigen komt als een schokgolf binnen terwijl mijn lichaam tegen de jetlag aan het vechten is. Een korte wandeling in een kruidentuin waar de geur van jasmijn het overneemt kan de zintuiglijke overprikkeling niet meteen kalmeren. Onze volgende stop katapulteert mijn neusorgaan helemaal in overdrive.
Een bezoek aan de bekende fish market is voor veel reizigers het hoogtepunt van een bezoek aan Negombo. Je ruilt hier de uitlaatgassen in voor bedwelmende visgeur op een markt waar de verse vis voor je ogen ligt te spartelen en in mootjes wordt gesneden.
Vis wordt in de blakende zon op het strand te drogen gelegd. Het is het basisvoedsel van de gemiddelde bewoner van Sri Lanka. Als veganist ben ik opgelucht geen vis op mijn menu te hebben.
Van de visgeur naar de geur van uitlaatgassen. We ratelen met de tuktuk langs hindoetempels, een moskee en katholieke kerken. Verschillende culturen en godsdiensten lijken in Negombo vredig samen te leven.
In de Angurukaramulla tempel volgt ook binnen een explosie aan kleurrijke taferelen.
Terreuraanslagen op paaszondag in 2019 laten dit schijnbaar vredige vissersdorp op haar grondvesten daveren. Met Pasen vallen in de San Sebastian kerk in Negombo en in chique hotels in Colombo 253 doden door bomaanslagen. Daarop volgde een negatief reisadvies tot september 2019. Intussen lijkt de rust in Sri Lanka teruggekeerd.
STRAND EN STRATEN in negombo
In de groene tuin van Serendib Village guesthouse kom ik terug tot rust. Wat lezen onder de bomen, een afkoelende dip in het zwembad en getrakteerd worden op cake met koffie. Zalig chill. Tegen de avond zakken we af naar het goudgele zandstrand vol kleurrijke vissersbootjes die in de oranje gloed van de ondergaande zon baden.
Hoge woeste golven worden door kitesurfers bedwongen terwijl wandelaars over het uitgestrekte strand struinen. Er is geen zeedijk. Hotels zomen het strand af met een handvol restaurantjes die toegankelijk zijn voor iedereen. Zo zit het terras van beachrestaurant Tastees elke avond goed vol. De zwoele avondlucht begeleidt ons na het avondmaal de ommuurde stegen in waar straathondjes op de warme asfalt liggen te slapen.
Parallel met het strand ligt de drukke Porutota Road. Wandelen langs deze weg is een uitdaging als je geluidsgevoelig bent. Het getoeter van tuktuks, het geknetter van uitlaten van oude rammelbakken en van bussen die je zo onderuit rijden, wordt aangevuld met schelle muziektonen die uit de vele kleine winkeltjes galmen.
Evenwijdig aan deze winkelstraat ligt het Dutch Canal dat destijds door de Nederlandse kolonisten werd aangelegd als tussenstop op hun belangrijke handelsroute langs Batavia.
KANAAL EN WETLANDS
Het kanaal lijkt een natuurlijk lint door Negombo. Een blik op het water en de oevers doet anders besluiten. Het is een open riool vol plastiek en andere rotzooi. Langs de oevers wonen arme vissers die ’s ochtends heel vroeg het water op gaan om hun kostje bijeen te vangen.
Ook de aalscholvers zijn voor de hitte actief en laten zich na het vissen drogen op een paaltje.
Onze canal tour via Sarath Boat Tours brengt ons via de uitgestrekte Negombo lagoon tot de Muthurajawela Wetlands, de echte oase van rust en groen. Hier geen afval maar weelderige groene waterplanten en een heuse jungle langs de oevers.
De mangrove in de Muthurajwela wetlands zit vol vogels en wildlife. Ceylon kroonaapjes poseren als oranje vlekken met gekke toupetje in de groene bomen. Het lijkt allemaal mooi tot ze naar de boot gelokt worden met fruit. Blijkbaar leven ze hier op een eiland zonder het eten dat ze nodig hebben.
50 aapjes zijn verwant aan een koppeltje dat ze hier ‘gevangen’ hebben gezet voor de toeristen. Ze zijn volledig afhankelijk van toeristen die in bootjes passeren met drinkwater en eten. Net als we dachten in een natuurlijke omgeving op een ethische manier van het wildlife te kunnen genieten, worden we geconfronteerd met deze situatie….
Je kan hier gelukkig wel 100 vogelsoorten in hun natuurlijke habitat spotten. Kleurrijke bijeneters, roofvogels en watervogels poseren langs de oevers.
Op de lagoon heeft de wind vrij spel. Het wordt een hobbelige terugtocht. Daar hebben de vissers in hun sobere sloepen geen last van. Zij dobberen gezapig mee op de deining van het water.
Na de tour meert het bootje aan het ontbijtterras van Serendib Village Guesthouse aan. Handig!
Een grote varaan zwemt langs ons. Om het eerst tot de oever 🙂
Excursies vanuit Negombo
attracties om te mijden
De feestelijkheden van Independance Day zetten ons met beide voeten terug in de luidruchtige realiteit van Negombo. Zowat het hele dorp verzamelt zich op het strand. Bij een podium verderop galmt luide muziek schel door reusachtige boxen.
Weg rust…
Vissers verkopen hun droge vis op het strand en snacks worden aan kraampjes in schriftjespapier als zoete broodjes verkocht.
Een straatventer zeult een aapje mee aan een ketting rond zijn nek en klampt ons aan. “Picture?” vraagt hij opdringerig. If looks could kill… Tom trekt me resoluut mee terwijl mijn hart in stukken breekt. Na Thailand had ik mezelf voorgenomen Azië niet meer op de bucket list te zetten omwille van het massaal inzetten van wildlife voor entertainment. De vrees dat ik met dit bezoek een flater van formaat bega, steekt de kop op…
We zijn klaar met Negombo. Na 2 dagen trekken we het binnenland in en reizen via Dambulla naar het afgelegen Maha Oya.
DAMBULLA
Onze shuttle baant zich een weg door het kamikazeverkeer naar Dambulla. Als erfenis van het Britse bewind rijdt men hier normaal links van de weg. Daar zie je niets van. Iedereen rijdt overal, meestal in 3 rijen naast elkaar op een weg van 2 rijstroken. Er wordt non-stop ingehaald en geclaxonneerd. Hier geldt duidelijk de wet van de sterkste. Ik duik weg in de veilige wereld van mijn e-book.
Tijdens een stop langs een hotelrestaurant turen we in het groen onder het terras. In slow motion kruipt een mastodont van een varaan van wel 3 meter door de ondiepe gracht.
Wow! Hoe chique is dit 🙂
We overleven de rit naar Dambulla en checken in bij Golden Rainbow Guesthouse. Onze gastheer probeert in gebrekkig Engels uit te leggen dat we zeker de rots naast onze kamer op moeten wandelen. Onderweg naar boven slaan nieuwsgierige aapjes ons gade tot we de top bereiken en uitkijken over een uitgestrekt landschap. Mooi…
En vooral: de rust is overweldigend.
Zacht gekwetter van vogels en geritsel van blaadjes in de bomen rond ons zijn de enige geluiden. Ons logement is rustig gelegen maar toch op amper 5 minuutjes wandelen van de rotstempel.
golden rock tempel
De Golden Cave Tempel bezoeken we vlak voor zonsondergang. Het krioelt rond ons van de aapjes die op grote rotsen liggen te zonnen, elkaar wassen of gekke fratsen uithalen.
Deze druk bezochte tempel op het einde van de dag bezoeken, is een goed idee als je niet onder de voet wilt worden gelopen door busladingen aan toeristen.
De tempel bestaat uit 5 grotten met afbeeldingen en beelden uit het leven van Boeddha. De eerste beelden dateren uit de 1e eeuw. De grotten zelf waren voor het eerst bewoond in de 7e eeuw.
In Athula Restaurant schuiven we aan voor een traditionele curry & rice. Alweer 🙂
PIDURAnGALA ROTS
Onze gastheer regelt een tuktuk tot de Pidurangala Rots. We opteren bewust voor deze minder bezochte rots. Wij zijn op zoek naar rust en natuur. Dat gaan we op de druk beklommen Sigiriya Rock niet vinden. Die laten we met plezier links liggen. Onze chauffeur spot op onze vraag in het grasgroene landschap vogels en reptielen.
Je betaalt voor Pidurangala amper 3 euro inkom terwijl dat voor Sigiriya Rock 30 euro is. Let wel op als je zelf met de scooter hierheen komt. Op het terrein rond de ingang lopen wilde olifanten rond wat tot gevaarlijke situaties kan leiden.
De klim naar de top van de Pidurangala rots zou uitdagend zijn met geklauter langs grote rotsblokken. Gezien mijn fysieke toestand bij vertrek misschien niet de slimste zet om deze wandeling te doen…
Waar een wil is, is een weg. Ik ga. De ongelijke treden in de rotsen en de laatste steile klim over grote rotsblokken doen me meermaals naar lucht happen.
Langs het wandelpad heb je beelden en muurschilderingen waar je even kan pauzeren.
Volg de rode pijlen op de grond. Ik haal de top. Weliswaar met een verhit aangezicht en een hoge hartslag die ik hijgend terug omlaag probeer te krijgen terwijl ik het adembenemende landschap in me opneem. Oh…
Een lange rij schuift in de verte aan op de steile trappen tot de top van de Sigiriya rots.
De tuktuk brengt ons via leuke binnenbaantjes tot het Kandalawa meer waar we zowel zicht op de Pidurangala als op Sigiriya Rock hebben. Een schildpad met oranje vlekken trekt onze aandacht. In het gras langs de oever lopen pauwen, varanen en tsjirpen vogeltjes.
Vogelliefhebbers komen hier beslist aan hun trekken. Omwille van wilde olifanten bouwen de boeren boven hun huis hutjes hoog in de bomen om zich in veiligheid te kunnen brengen.
olifantenkudde in KAuDULLA NATIONAAL PARK
In Popham’s arboretum in Dambulla geeft een jonge gids in sappig Engels uitleg over de bomen, planten en vogels. Onze tuktuk chauffeur regelt intussen een safari naar Kaudulla Nationaal Park. Daar zit nu een grote groep olifanten.
Deze kudde verplaatst zich tussen Minneriya en Kadulla Nationaal park. Het zeer gebrekkige Engels van de lokale bevolking maakt duidelijke afspraken en vooral het bespreken van een prijs moeizaam. We vrezen voor een onaangename verrassing. Niet alleen omwille van de prijs.
Kaudulla is één van de drukst bezochte parken van het eiland. Na een half uurtje rijden we het park binnen. De gids kost amper 1500 roepies. Spotgoedkoop maar we willen wel ook informatie over de dieren. We krijgen een jonge park ranger als spotter toegewezen. Hij is er echter vooral op uit om de troep olifanten te vinden. Die zien we van ver ook zonder spotter.
Aanschuiven om olifanten te zien. Het is een bekend beeld in de nationale parken van Sri Lanka. De migratie van een grote kudde loopt vandaag door dit park. We staan op de eerste rij, maar niet voor lang. Al snel vervoegen zich meerdere jeeps rond de kudde die beschermend rond de jonge dieren staan. Ik vraag de chauffeur verder te rijden en hen niet onnodig lang te storen.
Na een hele rit op de hobbelige weg voel ik me net een geklutst ei. De hele dag buiten, rotsen beklommen, tuktuk ritten overleefd en een safari achter de rug. Pfiew mijn pijp is uit. Die van een krokodil op het meertje bij de uitgang precies ook.
Morgen trekken we naar Maya Oya in het oosten, weg van de drukte.
AFGELEGEN MAhA OYA
De ontbijttafel tafel wordt gevuld met een rijk assortiment aan hapjes. Het Sri Lankees ontbijt bestaat hier gelukkig niet enkel uit rijst en curry maar ook uit zoete pannenkoeken met kokos en honing. Mmm… Ook de typische egg woppers smaken. Intussen worden we omsingeld door aapjes die lekkers hebben geroken en onbeschaamd over de dakrand omlaag turen. Onze gastheer laat echter niets van zijn ontbijttafel jatten.
Zijn zus brengt ons naar Maha Oya. Ze spreekt geen Engels en rijdt even slecht als de andere bewoners van het land. Toch raken we na een flinke rit van 3 uur ook nu wonderbaarlijk veilig op onze bestemming.
Na de goed gevulde dag gisteren is het luilekker genieten op het terrasje van Blue Lake Ridge met zicht op het Maha Oya meer.
In Maha Oya spreekt niemand Engels. Met gebarentaal leggen we uit dat we honger hebben. Hij knikt bevestigend en lacht met zijn duimen in de lucht. Ruim 1,5 uur later presenteert hij ons een schotel met toast. We vallen uitgehongerd aan.
Lekker. Veel langer had het niet moeten duren. Ik zag werkelijk scheel van de honger. In de boom tegenover ons zaten even geen 5 maar 10 aapjes!
En dan vliegen ze plots door de bomen en grijpen steeds op het nippertje een tak vast.
Maha Oya ligt heel afgelegen. Als toerist val je hier meteen op. De dorpelingen zijn echter heel vriendelijk en willen graag helpen. Iets verderop versiert Tom een smoothie alvorens we een relaxe avondwandeling langs het meer maken.
Behalve vele vogels spotten we grote vleerhonden in een boom langs het wandelpad. Het lijkt alsof ze slapen. Tot deze kleine vampieren met veel kabaal ruzie beginnen te maken.
Je raadt nooit wat we ’s avonds eten. Curry & rice! En dat is ook wat we de volgende ochtend krijgen. Als je geen fan bent van curry & rice is het wel even op de tanden bijten. De porties in Sri Lanka zijn altijd ruim. Je gaat nooit met honger van tafel. Alleen is het tijdstip gegarandeerd veel later dan je verwacht.
de weg naar MADURU OYA
Het is zwoel in Maha Oya. Wunderground geeft aan dat de gevoelstemperatuur 43°C is. Dat is iets teveel van het goede. Na de ochtendwandeling barst plots een tropische bui los. Zalig! Ik ga in de regen staan en geniet met volle teugen van deze welkome afkoeling.
Onze gedienstige maar chaotische gastheer laat ons weer lang wachten op de lunch. Met vertraging zijn we op weg naar een niet toeristisch afgelegen nationaal park op een half uurtje rijden van Maha Oya.
Langs de weg ligt maïs te drogen. Honden en koeien steken ongecontroleerd de weg over en een groep wilde olifanten graast in de berm. Het is hier opletten waar je rijdt.
Een eenzaam tempeltje met een boeddha beeld in felle kleuren prijkt hoog tegen een steile rotswand als een rustplekje in een bewegend landschap vol dieren.
maduru OYA nationaal park
Niet toeristisch betekent veel meer dieren zien dan toeristen. Het nadeel is dat in deze uithoek de gidsen werkelijk niet meer dan 10 woorden Engels spreken. Het repertoire voor de dieren beperkt zich tot: ‘bird’, ‘elephant family’ en ‘monkey’.
O, ja en peacock! We worden wel 20 keer enthousiast gewezen op een pauw. Onze uitleg dat we deze in België ook hebben, komt niet aan. Bij elke pauw gaat de jeep op de rem staan en worden we met euforische kreten gewezen op de kleurrijke vogel. Gelukkig zien we ook vele andere vogels. Als antwoord op mijn vraag welke soort we zien, krijg ik steevast het antwoord ‘bird’.
Birdwatchers niet getreurd. Zoek nadien zelf even de namen op. Het gamma dat je hier ziet, is groot! We zien een Indische kuifarend, een kleurrijke bijeneter, een Indische slangenarend, een visarend, en visuil, een ceylonbeo, een spitsstaartbronzemannetje, een Ceylongoudborstbuulbuul, een roodbuikbuulbuul,…
Plots vliegt een Indisch scharrelaar roller op. Dit kleine kleurrijke vogeltje ziet er misschien niet indrukwekkend uit als hij zit, maar als hij vliegt vallen zijn felblauwe vleugels op. Helaas net te laat voor de foto in vlucht.
Het nationaal park stelt niet teleur. Prachtige uitzichten over het meer en de bergen wisselen af met wildlife dat zeer divers is en niet gestoord wordt door een meute jeeps. We nemen de tijd, met onderweg een koffie met koekjes.
Schuwe langoeren klauteren vliegensvlug in de bomen en staren ons vanop een afstandje aan.
We blijken de enige jeep in dit prachtige park. Waterbuffels, herten, languurapen, tal van vogels en een solitaire mannetjesolifant passeren de revue. Dit park bij Maha Oya is een toppertje!
Als natuur- en dierenliefhebber is het intens genieten van de omgeving en de vele dieren. En we hebben zelfs pauwen gezien 🙂
MENS VERSUS WILDLIFE in maha oya
Wilde olifanten lopen langs de enige weg naar Maha Oya. Op de terugrit ontdekken we dat de olifanten hier lang niet zo zijn opgezet met mensen in hun territorium als in de parken waar ze er intussen aan gewend zijn…
Enkele auto’s staan stil. Een mannetjesolifant blokkeert de weg. Zijn kudde met 2 babyolifantjes staat verspreid over de beide kanten van de weg. Dit kan wel eens spannend worden…
Als enkele auto’s ongeduldig vooruit proberen raken en een bus luid claxonnerend rakelings langs de olifant raast, trompetteren plots 3 andere olifanten luid om hun leider te vervoegen.
De wachtende auto’s zien de ernst van de situatie in en deinzen langzaam maar zeker achteruit. De olifanten bepalen wanneer je terug verder kan. En dat is pas een half uurtje later. Diep onder de indruk van dit staaltje machtsvertoon in hun territorium komen we na het donker terug aan in ons logement in Maha Oya.
Na een laatste ontbijt in Blue Lake Ridge in Maha Oya zetten we onze rondreis verder naar Ella in het koelere binnenland en naar Tangalle aan de zuidkust vanwaar we het regenwoud van Sinharaya intrekken.
utt score
Deze etappe een score geven is een moeilijk evenwicht zoeken tussen de drukte van Negombo, het populaire Dambulla en het uiterst rustige Maha Oya. Het wildlife in Maduru Oya Nationaal Park maakt heel veel goed en daar ben je beslist ver weg van de massa.
Laatste update: 2 mei 2022