Hoe breek je de autorit naar de Morvan in Bourgogne of naar het zuiden van Frankrijk op plekjes waar je ook even kan wandelen?
- Etappe 1: door de Ardennen naar de grens van Frankrijk – 370 km – 4 uur rijden
- Sprookjesbos naar oud fort
- Etappe 2: van Toul naar Châtillon-sur-Seine – 157km – 2 u15 rijden
- Etappe 3: van Châtillon-sur-Seine naar Vezelay: 107 km – 1 u20 rit.
- De laatste etappe: van Vezelay naar Glux-en-Glenne: 89 km – 1 u20 rit
- Regionaal natuurpark de Morvan
- Charmant Rozerieulles
- Metz, groene en historische stad
naar de Morvan
Verbijsterd staar ik naar een tafel bedolven onder reisbagage. Neen, we gaan geen 5 weken rondreizen in Costa Rica. Daar pakken we trouwens normaal elk 1 rugzak en een stuk handbagage voor in. We trekken met de auto 9 dagen naar de Morvan in het Franse Bourgogne. De mountainbike, voorraad voor in de keuken, bedlinnen en kleding voor zowel heel warm als koel weer gaan mee. Even vraag ik me af of Tom dadelijk de bestelwagen in zal laden in plaats van de auto. Tot zover licht reizen. We gaan deze keer blijkbaar voor het maximumgewicht.
Na een kort verblijf in de Ardennen staan we in juli 2020 klaar om naar Glux-en-Glenne te rijden in natuurpark de Morvan in Bourgogne. Alweer weg? Ja, alweer weg. Er is gewoon te veel kabaal in ons straatje. Normaal klauterden we nu over grillige wortels in een weelderige jungle vol wildlife in Costa Rica. Covid-19 houdt ons noodgedwongen aan deze kant van de oceaan én in Europa.
So be it. We trekken naar Frankrijk.
Bourgogne staat bekend als het hart van Frankrijk, niet alleen omwille van de ligging, ook om het savoir vivre en de gemoedelijke sfeer in de dorpjes. En de Morvan is het groene hart van de Bourgogne. Op ons lijf geschreven.
NAAR EEN ‘GROENE’ ZONE
Na staycations in Herbeumont en in Nassogne verlaten we het land. Dat doen we tijdens een knipperlichtperiode. België geeft de Europese landen kleurcodes en die bepalen of je mag afreizen of niet, of je nadien verplicht bent je te laten testen op Covid-19 en of je 14 dagen na terugkeer in quarantaine moet. En laten die kleuren om de haverklap ook nog eens veranderen.
Dat reizen door Covid-19 anders zou zijn, daar waren we ons van bewust. Dat flexibiliteit en onvoorspelbaarheid de hoofdingrediënten van een reisplanning – of het gebrek eraan – aan de orde zouden zijn, dat was ook duidelijk. Maar dat knipperlichtgebeuren? Een mens zou er moedeloos van worden op een moment dat voorpret in een reis eigenlijk aan de orde is.
Frankrijk heeft code groen bij ons vertrek. Benieuwd of het licht op groen zal blijven. De beslissing om met de auto te reizen was snel gemaakt. Dat wilt niet zeggen dat ik sta te popelen om urenlang stil op mijn kont te zitten. De rit naar de Morvan breken we tijdens de heenrit en de terugrit op. De kleur van onze bestemming is groen, maar de weg richting het zuiden krijgt dit weekend code zwart omwille van verwachte drukte. We vertrekken vrijdagochtend meteen na het ontbijt.
SCENIC ROUTE NAAR TOUL
Etappe 1: door de Ardennen naar de grens van Frankrijk – 370 km – 4 uur rijden
De grens voorbij Florenville rij je ongemerkt over. Vlak voor een zwart weekend naar het zuiden rijden, doet ons kiezen voor de scenic route. En die stelt niet teleur. Een tweevaksbaan slingert door geel glooiend landschap. Uitgestrekte graanvelden en zonnebloemvelden worden sporadisch onderbroken door kleine dorpjes vol okergele stenen huizen.
Honger. Tegen de middag stoppen we in een landelijk Frans dorpje.
In Longuyon is het even zoeken naar een taverne. Tot we vlakbij de markt een eenzaam leeg rood tafeltje zien met een menubord ernaast. De kleine taverne ‘Le Bon Appetit’ zit binnen overladen vol met locals. De gastvrouw komt met een mondmasker – dat onder haar kin hangt – buiten onze order opnemen. Ze buigt zich over het tafeltje alsof Covid-19 niet bestaat. Social distancing… iemand?
Oude – vaak vervallen – landbouwschuren en graanbalen op uitgestrekte velden domineren het landschap. We rijden hier weg van de massa met slechts af en toe een andere auto of een tuffende tractor op de baan.
Een eenzame glooiende weg door een lappendeken van gele, groene en bruine velden brengt ons een uur later (via de D908 die het Parc regionale de Lorraine doormidden snijdt) in Toul.
TOUL
Ons logement Appartement au calme entièrement équipe bevindt zich aan een doorgangsweg naast een kapsalon. Het appartementje op het gelijkvloers is heel netjes en voorzien van alle comfort, ideaal voor een nachtje onderweg naar Bourgogne.
Het centrum van Toul ligt aan de oever van de Moesel. De auto parkeren we gratis aan het cultureel centrum tegenover de Lidl. Van daar is het slechts enkele minuutjes wandelen tot de bezienswaardigheid bij uitstek: de Saint-Etienne kathedraal. De street art pal voor het staaltje gothic art steelt als eerste de show.
De Gotische kathedraal torent statig uit boven het dorp. De kloostergang rond de binnentuin maakt het geheel nog imposanter. Je wandelt er spontaan terug de tijd in.
De Gotische gevel is een kunstwerk op zich. De sereniteit in de kathedraal nemen we mee naar buiten. De tuinen en het park met een klassieke paardenmolen met nostalgische muziek maken de sfeer heel apart.
We slenteren langs kleurrijke gevels en houden een koffiestop met een verwenkoffie. Yep, het vakantiegevoel zit erin!
De gemiddelde bezoeker maakt een stadswandeling om de oude gebouwen van Toul te bezichtigen. Ook al zien we veldbloemen in de straten en aan de oude stadswallen, wij popelen om ergens de benen te strekken in de natuur.
Een heuvel pal naast het centrum trekt onze aandacht. Maps.me laat wandelpaadjes tot de top zien. Een parking is nergens te bespeuren en de weg erheen is onderbroken. We zoeken en vinden een plekje waar we de auto kwijt kunnen.
De auto parkeren we aan de blauwe pijl in het doodlopend straatje vlakbij dit wandelpad.
Voorbij het houten hek sla je linksaf. Aan de volgende splitsing ga je links een smal wandelpad in.
SPROOKJESBOS NAAR OUD FORT
De bosrijke heuvel met smalle wandelpaden is voor ons echter voldoende reden om de tocht aan te vatten. Het smalle wandelpad slingert onder hoge bomen die overwoekerd zijn met klimop. Stronken vol mos maken het tafereel sprookjesachtig. Alsof je hier elk moment elfen of kabouters kan zien huppelen.
Op een splitsing met het grindpad is het kiezen: langer via een zigzag naar de top of via een steile shortcut meteen omhoog. “Doe maar de korte pijn” zeg ik moedig. Overmoedig dus, alweer. Het paadje is heel steil. Doe zeker stapschoenen met profiel aan. Ik klauter dapper tot boven waar ik even op adem moet komen.
Achter de hoek liggen oude muren rondom het fort. Ze worden verdedigd door een leger van muggen. En dat heeft effect. We wandelen gestaag door tot de poort waar je een glimp opvangt van het oude fort.
Trapjes omlaag leiden naar 2 smalle paadjes waar duidelijk niet veel voetgangers lopen. “Best rechts” nemen, oppert Tom. Ik volg. Aan iedereen die deze leuke wandeling wilt doen: kies dus links. Het rechtse trail wordt duidelijk nooit gebruikt. Je stapt er door netels, distels en over stapels dorre takken tot je aan een diepe gracht komt. Uiteindelijk raken we op het linkse trail en terug op de grindweg (in de bocht rechts op de foto).
Onderaan de heuvel ligt een kleine haven. Het is de perfecte plek voor een Franse kaasschotel met wijn en een relaxte avondwandeling langs het brugje en de dijk.
BIODIVERSITEIT IN TOUL
De oude omwalling rond de stad is begroeid met gras. Schapen vernietigen invasieve soorten, bemesten de omgeving en zorgen voor een meer biodiverse omgeving waar terug meer lokale bloemen en insecten opduiken. Het gebied is ideaal voor wie in alle rust wilt wandelen met de kathedraal als indrukwekkende backdrop.
Na een goede nachtrust in het comfortabele appartementje en een ovenverse croissant stappen we in de auto richting Glux-en-Glenne. We breken de rit verder op in 3 etappes.
Etappe 2: van Toul naar Châtillon-sur-Seine – 157km – 2 u15 rijden
De rit start onder een imposante wolkenband boven een roetsjbaan door uitgestrekte velden. Petits villages breken de glooiende baan op. Twee bochten, een kerk en enkele stenen huizen met afgebladderde blaffeturen later ben je alweer de dorpskern uit.
Onderweg: watermolentjes, vers gemaaide graanvelden, geperste strobalen, wit zwart gevlekte koeien, maïsvelden en beboste heuveltoppen met geschoren flanken.
Een roofvogel scant de weg voor roadkill. Hij heeft geluk, een jong aangereden vosje helaas niet. Hoge graansilo’s en zowaar een Friterie Belge staan iets verderop eenzaam in kaal gedorste velden.
PITSTOP CHATILLON-SUR-SEINE
Châttilon-sur-seine is een pittoresk stadje op de grens van de Bourgogne- en de Champagnestreek. Een eeuwenoude ruwe toegangspoort zet de toon. Een korte koffiestop in een taverne wordt opgeluisterd door een zwerm luid tsjirpende zwaluwen die rondjes vliegen over het pleintje.
“Un café con lait” en “il y a une toilette aqui?” komen er iets te vlot uit. Frans doorspekt met Spaans. Alsof de geest zich nog niet helemaal heeft verzoend met het feit dat we nu door Frankrijk reizen en niet door Costa Rica. Na de shot cafeïne bollen we langzaam door smalle straatjes naar de Source de la Douix.
De bron van de rivier Douix behoort tot één van de meest bekende van Frankrijk. De rivier kan hier in regentijd onstuimig zijn. Vandaag stroomt het water gezapig over het lage bemoste rotsdammetje.
Duikers staan langs de kant klaar om de grot in te gaan waar de bron op 180 meter diepte ontspringt. Een donker gat in duiken. No thank you, het doet me meteen denken aan onze eerste duik in Costa Rica, zo’n 20 jaar geleden.
De Middeleeuwse steegjes, vervallen rustieke huizen uit de 16de en 18de eeuw, een kasteelruïne en een Romaanse kerk katapulteren je terug de tijd in. De okergele gevels en vakmanshuizen met ruwe balken geven het stadje een charmante aanblik.
Een laag gewelf naar een smal steegje fungeert als tijdmachine. Er loopt niemand op straat. Muisstil.
Draai je op de trappen naar de Romaanse Kerk van Saint-Vorles om voor een panorama over de oude daken. De blauwe hemel met witte wolkjes maken er een idyllisch tafereel van. Rust, rustiek en romantiek, dat straalt deze omgeving in overvloed uit. Dit oude stadje in een kronkel van de Seine is een leuke tussenstop.
Etappe 3: van Châtillon-sur-Seine naar Vezelay: 107 km – 1 u20 rit.
De baan naar Natuurpark de Morvan volgt een glooiend landschap vol velden en landelijke dorpjes waar men ijverig het graan aan het oogsten is.
VEZELAY
Tot een heuveltop in het oog springt. De prachtige basiliek Sainte Marie Madeleine uit de 12e eeuw – de grootste Romaanse kerk van Frankrijk – eist meteen alle aandacht op.
Wijngaarden kruipen tegen de heuvel op die omringd wordt door oude stadsmuren.
Vezelay is een belangrijk bedevaartsoord langs de pelgrimsroute naar Santiago de Compostella en één van ‘les plus beaux villages de France’. Het architectonische dorp met 500 inwoners staat sinds 1979 op de werelderfgoedlijst van Unesco.
Een lint van oude gebouwen met diepe kelders waar ooit pelgrims massaal hebben overnacht, brengt je via de ‘Promenade des Fossés’ naar de top van de heuvel. Robuuste antieke deuren en rustieke vensteretalages verbergen kleine winkeltjes waar destijds grote literaire namen aan het werk waren.
Vandaag vind je er lokale producten, kunst, souvenirs en proeverijen. Ik laat me verleiden door artisanale madeleines van Vezelay.
De typische stokrozen groeien veelvuldig langs de gevels. Bijen zoeken er gretig naar nectar. De zon schijnt bij 27°C als we onze tocht naar boven verder zetten. Ah de basiliek!
En dan is het tijd voor de routine van het moment als we de imposante basiliek binnenwandelen: zonnebril af, mondmasker op. De stilte en de koelte in de kerk steken af tegen de levendige drukte in de hitte buiten.
Vezelay in het noorden van de Morvan is niet bepaald weg van de massa. Daarvoor is het hier te goed bezocht maar het is niet storend. Als we de kerk verlaten, gaat het mondmasker weer uit en de zonnebril terug op.
Achter de basiliek kan je op ‘Terrasse du Château’ onder de bomen koelte vinden en genieten van het panoramisch uitzicht over de Vallée de la Cure.
De laatste etappe: van Vezelay naar Glux-en-Glenne: 89 km – 1 u20 rit
Na een verse mango met kokos smoothie stappen we in de auto voor het laatste deel van de rit door de Bourgogne naar Natuurpark de Morvan. Ook de auto moet even bijtanken. En dat gebeurt in een lokaal pompstationnetje.
REGIONAAL NATUURPARK de MoRVaN
Van noord naar zuid door de Morvan. Het landschap van golvende wegen in graanvelden gaat geleidelijk over in meer heuvelachtige weiden afgewisseld met beboste stukken. Na een golvende rechte baan is het bochtenwerk begonnen. Ik voel me na een uurtje een geklutst ei. De zon brandt op het raam waardoor ik bijna in slaap dommel.
Cafeïne. Echt nood aan een koffiestop. En dat doen we in Château Chinon, waar Mitterand destijds jarenlang burgemeester was.
Voorbij Château Chinon wordt de Morvan opmerkelijk groener en bosrijker. De dalen worden dieper en de heuvels hoger. Naast de weg kabbelt een beekje met hoog gras. Plots zien we 2 natte bruine hompjes langs de berm zoeken. Ik maan Tom aan langzamer te rijden. Agouti’s? Oh help daar ga ik weer. Frankrijk, we zitten in Frankrijk, in de Morvan. Maar ik zit er niet ver naast. De familie had ik al juist. Ik kijk vanuit het raampje en staar recht in de oogjes van een gigantische muskusrat die op gras aan het kauwen is!
Kronkelbaantjes brengen ons tot het kleine Glux-en-Glenne waar we de pijl volgen naar natuurhuisje Les Cléments (#32466). Een ruwe landweg stopt aan een oase van rust.
We parkeren de auto voor het rustieke huisje. En het zicht, OMG the view!
Benieuwd naar onze week in het zuiden van de Morvan? Lees meer in een apart reisverslag over ons verblijf in Glux-en-Glenne.
TERUG NAAR BELGIE
Na die rustgevende week in een natuurhuisje in de Morvan keren we terug naar huis. Net als de heenrit breken we de terugrit op met een overnachting onderweg.
We rijden door schilderachtig landschap door velden en dorpjes via Autun en Dijon en lunchen in Langres.
Een roetsjbaan door geel landschap vol graanbalen onder een blauwe hemel met schapenwolkjes brengt ons via Nancy in Roséreuilles bij Metz.
CHARMANT ROZERIEULLES
Een tussenstop in Metz wordt een tussenstop Rozéreuilles, naast het Parc Naturel Régional de Lorraine. Behalve over je tong struikelen bij het uitspreken van de naam is het dorp zo charmant dat we Metz slechts summier bezoeken.
We checken in bij ‘Chez Marie Poppins’ in een netjes gerenoveerde kamer in één van de oude stenen huisjes van Rozéreuiles.
Na de lange rit strekken we de benen in het bos dat pal achter de tuin ligt. De wandeling start naast gemeenschappelijke moestuintjes achter afbrokkelende stenen muurtjes.
Het bospad gaat meteen steil omhoog de helling op tot je onder hoge groene bomen via een smal wandelpad over de heuvelkam wandelt. Volg even via maps.me om je te oriënteren. Je kan hier gerust 5 km wandelen.
Het geluid van de D603 aan de overkant van de vallei moet je er wel even bijnemen. Ons logement ligt wel perfect: lager aan de kant van het dorp waar de vele dikke stenen muren storende omgevingsgeluiden volledig afschermen.
De avondzon en de gemoedelijk sfeer in het oude dorpje waar locals jeux de boules spelen, nodigen uit voor een avondwandeling langs oude muurtjes rond de vele moestuintjes.
Met de geur van veldbloemen en rijpe pruimen in de neus wandel je langs idyllische paadjes terug naar het centrum.
Rozérieulles is een voormalig wijnbouwersdorp aan de Romeinse weg van Verdun naar Metz. Door de nabijheid van Fort Joan of Arc liep het dorp aanzienlijke schade op tijdens de bombardementen van 1944. De 13e-eeuwse Saint-Rémi-kerk is echter wel gespaard gebleven en pronkt nog steeds vredig tussen de vele oude huisjes.
We eindigen onze laatste avond in Frankrijk in stijl, in een deugddoend bubbelbad met zicht op het oude stadje waar sereen de avond valt bij 28°C. Wat een mooie afsluiter.
METZ, GROENE EN HISTORISCHE STAD
Metz stond op onze route omwille van haar faam als groene stad. Ze heeft meer dan 580 hectare groen of bijna 45 m² per inwoner. Hierdoor wordt de stad in Frankrijk aanzien als de bakermat van de stedelijke ecologie. Langs de Moezel wandelen we langs wilde bloemenweides en graffiti art.
De 3000 jaar oude stad heeft behalve een reputatie als groene stad ook een woelige geschiedenis. Het militaire erfgoed maakt een integraal deel uit van het landschap van Metz en haar deelgemeenten met talrijke oude forten en ruïnes van wallen die de stad moesten beschermen.
In Ars-sur-Moselle – ontstaan als Gallo-Romeinse stad in de 4e eeuw na Christus – werd het water opgevangen in een bekken voordat het de Moezel overstak via een aquaduct die was samengesteld uit circa honderd bogen. Er zijn nog 7 bogen aan de kant van Ars-sur-Moselle zichtbaar en 16 aan de kant van Jouy-aux-Arches. Bij vertrek staren we omhoog naar een stuk aquaduct terwijl het plots pijpenstelen begint te regenen.
Op de Avenue Foch rijden we rond Metz langs een vreemde mix aan stijlen en materialen tot we aan de Duitse poort komen, het grootste bewaarde bewijs van de middeleeuwse muren van de stad (13e tot 16e eeuw).
De Sainte-Croix-heuvel is echter het historische hart van de stad. Het heeft nog steeds een middeleeuwse uitstraling met kronkelende straatjes, kleine pleintjes en statige herenhuizen. De kathedraal Saint Etienne (gebouwd van 1220 tot 1522), met een hoogte van 42 meter is een van Europa’s grootste gotische gebouwen. Het glas in lood heeft een oppervlakte van 6500 m² en kreeg de bijnaam van ‘Lanterne du Bon Dieu’.
Na een zonnige zomerse week met gemiddeld 27 graden in de Morvan, geeft een regenbui het signaal dat het tijd is om huiswaarts te keren.
REIZEN TIJDENS COVID-19
Reizen tijdens Covid-19 betekent voor ons niet zo’n groot verschil. Onze bestemming in de natuurpark de Morvan was ook nu ver van de massa en dat is niet anders dan anders. Boodschappen doen of dorpjes bezoeken beperkten we deze keer tot een uiterst minimum. We hadden een voldoende grote voorraad voeding mee. Enkel verse producten zoals brood, groenten en een lokaal wijntje vulden we eenmalig aan. Onderweg zagen we amper andere wandelaars. Terrasjes waar we buiten even een pitstop houden, waren vaak verlaten.
Op sociale media is travel shaming populair. Met de vinger wijzen of veralgemenen, het is zo makkelijk vanachter het scherm. Oproepen als “Iedereen die op reis gaat naar het buitenland, MOET getest”, doen de wenkbrauwen fronsen als je beelden ziet van overvolle zeedijken en avondmarkten waar je over de koppen kan lopen. Is in eigen land reizen per definitie veiliger? Niet echt. Niet de bestemming bepaalt de besmettingsgraad, maar je eigen gedrag.
Dat travel shaming laten we dus mooi aan ons voorbij gaan. In augustus opnieuw een afgelegen natuurhuisje boeken, weg van de massa? Daar mag je vanop aan.
Laatste update: 30 juli 2020